Uitspraak
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder,
.
Beslissing
Overwegingen
.De uitspraak is in het openbaar gedaan op 2 juli 2021.
Rechtbank Rotterdam
Op 2 juli 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers, [naam eiseres 1] en [naam eiseres 2], een verzoek om ontheffing van een parkeerverbod hebben ingediend. De eisers hebben in april 2019 aanvragen ingediend om ontheffing te krijgen voor het parkeren met twee wielen op de stoep, specifiek voor de Ring tussen de Willem Weysingel en de Dokter Wasstraat. De gemeente Rotterdam heeft deze aanvragen in mei 2019 geweigerd en de eisers hebben vervolgens in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op hun aanvragen. De rechtbank heeft de beroepen tegen de besluiten van 1 augustus 2019 ongegrond verklaard en de beroepen tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet onredelijk heeft gehandeld in het weigeren van de ontheffingen, en dat de eisers niet zijn benadeeld door het gebrek in de hoorplicht, aangezien zij alsnog in de gelegenheid zijn gesteld om te worden gehoord.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de aanvragen om ontheffing niet tijdig zijn behandeld en dat de ingebrekestellingen prematuur waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente de aanvragen op de juiste wijze heeft beoordeeld en dat er geen aanleiding is om de besluiten te vernietigen. De rechtbank heeft de gemeente opgedragen om de door eisers betaalde griffierechten van in totaal € 870,- te vergoeden, maar heeft geen aanleiding gezien voor vergoeding van proceskosten, aangezien de eisers als familieleden optraden en er geen sprake was van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.