Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding,
- de eis in reconventie,
- de overgelegde producties,
- de mondelinge behandeling op 6 juli 2021,
- de pleitnota van [bedrijf A] ,
- de pleitnota van [bedrijf B] .
2..De feiten
het verlof zich ook uitstrekt tot bewijs- en afgiftebeslag onder een derde, deels vanwege nieuwe informatie. Het e-mail bericht van mr. Blomme van 9 juni 2021 waarin dit is toegelicht is tezamen met het verzoekschrift aan deze beschikking gehecht.”
game changerin de productie van hoogwaardige zonnepanelen. Tegen de verlening van het octrooi is dan ook geageerd door acht opposanten, waaronder enkele wereldspelers zoals de [onderneming A] . [bedrijf B] heeft in Duitsland een inbreukprocedure gevoerd tegen een in Duitsland gevestigde onderneming uit de [onderneming A] . Het Landgericht Düsseldorf heeft [bedrijf B] op 16 juni 2020 in het gelijk gesteld. Geoordeeld is dat de Duitse dochtermaatschappij uit de [onderneming A] inbreuk maakt op het Duitse octrooi van [bedrijf B] en aan die dochtermaatschappij is een verbod opgelegd. In de oppositieprocedure heeft het Europees Octrooibureau (EOB) het octrooi (gewijzigd) in stand gehouden. Het heeft er alle schijn van dat de [onderneming A] een Nederlandse dochtermaatschappij heeft ingezet om zich aldus te kunnen onttrekken aan het verbod van de Duitse rechter. [bedrijf A] fungeert als Europees distributiecentrum. Na import vanuit China worden de zonnepanelen door [bedrijf A] verder verspreid door Europa en verkocht in de overige Europese landen. Doel van het verzoek met name op het punt van het bewijsbeslag is om de betrokkenheid van [bedrijf A] bij de (grensoverschrijdende) inbreuk op het octrooi vast te stellen en a. [bedrijf B] heeft op 18 februari 2021 in Frankrijk eveneens conservatoir bewijsbeslag gelegd, onder de Franse distributeur van de [onderneming A] . [bedrijf B] heeft inzage gehad in de in Frankrijk beslagen bescheiden. Daaruit is in ieder geval gebleken dat [bedrijf A] inbreuk makende zonnepanelen heeft geleverd aan een Frans bedrijf genaamd Systosolar. Ook is daaruit gebleken dat [bedrijf A] in het verleden dit soort zonnepanelen heeft laten opslaan bij het Rotterdamse bedrijf [bedrijf C] en van daaruit distribueert naar de rest van Europa. [bedrijf C] is een zeer groot opslagbedrijf .
administrative law judgevan de ITC heeft een tegen deze beslissing gericht herzieningsverzoek verworpen op 3 juni 2020.
3..Het geschil in conventie
4..Het geschil in reconventie
Wij zijn verplicht u te informeren dat de voorzieningenrechter van de Rechtbank
5..De beoordeling
in conventie
volledigop te heffen. Daarbij is het volgende van belang.
volledigop te heffen.
gedeeltelijkop te heffen. Niet elk beslagen zonnepaneel maakt per definitie inbreuk op het octrooi van [bedrijf B] . Tussen partijen staat immers vast dat [bedrijf B] niet in alle landen waarmee [bedrijf A] zaken doet houder van het/ een octrooi is of zelfs maar stelt te zijn. [bedrijf A] is dan ook gerechtigd om zonnepanelen in Nederland te verkopen die als bestemming hebben een land waarin [bedrijf B] niet de houder van het octrooi is. De voorzieningenrechter acht voorshands aannemelijk dat [bedrijf A] (ook) zonnepanelen verkoopt aan afnemers in landen waar [bedrijf B] niet de houder van het octrooi is.
tot afgifte. Het beslagverlof is blijkens de tekst daarvan beperkt tot de goederen “
in Nederland ten aanzien waarvan tijdens de beslaglegging concrete aanwijzingen worden gevonden dat in beslag te nemen zaken door gerekwestreerde of door (een) derde(n) voor gerekwestreerde worden gehouden.” De voorzieningenrechter heeft ter zitting aan [bedrijf B] gevraagd waarom zij mag menen dat het (bij de zonnepanelen die zijn beslagen buiten de locatie van [bedrijf C] ) gaat om zonnepanelen die door of voor [bedrijf A] worden gehouden. [bedrijf B] ging ervan uit dat het beslag slechts was gelegd op de panelen op de locatie van [bedrijf C] (en in de daar aanwezige vrachtwagens, die ook in het beslagverlof zijn vermeld). Bij gebreke van concrete aanwijzingen dat het gaat om zonnepanelen die door of voor [bedrijf A] worden gehouden, zal besloten worden tot opheffing van het beslag van de zonnepanelen buiten de locatie van [bedrijf C] .
6..De beslissing
- gelast [bedrijf B] tot onmiddellijke vrijgave van de beslagen zonnepanelen, indien en voor zover [bedrijf A] aan de deurwaarder vervoers- en verkoopdocumenten toont waaruit blijkt dat de bestemming van de desbetreffende lading zonnepanelen is gelegen in een land waar [bedrijf B] niet de houder van het octrooi is of stelt te zijn en heft in zoverre het beslag alsdan terstond op,
- heft het beslag terstond op ten aanzien van de zonnepanelen die zich bevinden buiten de locatie van [bedrijf C] op het adres [adres 2] te ( [postcode 2] ) Rotterdam en buiten de zich daar ten tijde van de beslaglegging bevindende vrachtwagens,