ECLI:NL:RBROT:2021:6846

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juli 2021
Publicatiedatum
19 juli 2021
Zaaknummer
9093376
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van tandartsrekening door Infomedics B.V. tegen gedaagde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 juli 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Infomedics B.V. en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Infomedics, een besloten vennootschap gevestigd in Almere, vorderde betaling van een tandartsrekening van € 750,35, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde had op 1 en 15 mei 2020 behandelingen ondergaan bij een tandzorgcentrum, waarvoor hij op 8 juni 2020 een factuur ontving. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat hij op de genoemde data niet bij de tandarts was geweest, maar aan het werk was. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 juni 2021 was de gedaagde niet verschenen, terwijl Infomedics vertegenwoordigd was door haar gemachtigde, mr. A.H. Visscher.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de factuur niet had betwist en dat Infomedics voldoende bewijs had geleverd van de behandelingen door middel van röntgenfoto's en een patiëntenkaart. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde in verzuim was met de betaling van de factuur en dat de vordering van Infomedics gegrond was. De gevorderde hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten werden toegewezen, evenals de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9093376 \ CV EXPL 21-10481
uitspraak: 16 juli 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Infomedics B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres,
gemachtigde: Yards deurwaardersdiensten te Almere,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna verder aangeduid als “Infomedics” en “[gedaagde]”.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen.
  • het exploot van dagvaarding van 9 maart 2021, met producties;
  • het schriftelijke verweer van [gedaagde], ingediend op de rolzitting van 6 april 2021;
  • het tussenvonnis van 19 april 2021, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de brief van Infomedics van 4 juni 2021, met comparitieaantekeningen en producties.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 juni 2021. Namens Infomedics is verschenen haar gemachtigde mr. A.H. Visscher. [gedaagde] is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden door de griffier.
1.3.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.[naam centrum] te [plaatsnaam] heeft Infomedics de opdracht gegeven vorderingen van het tandzorgcentrum op haar patiënten te innen. [naam centrum] cedeert tegelijkertijd haar vorderingen aan Infomedics Finance B.V.
2.2.
Infomedics heeft op 8 juni 2020 een factuur van € 750,35 aan [gedaagde] gezonden. Op deze factuur is vermeld dat deze betrekking heeft op uitgevoerde behandelingen op 1 mei 2020 en 15 mei 2020.

3..Het geschil

3.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 750,35 aan hoofdsom, € 10,54 aan tot 2 maart 2021 verschenen rente en € 112,55 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 750,35 vanaf 2 maart 2021, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten alsmede de wettelijke rente daarover.
3.2.
Aan haar vordering heeft Infomedics - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende ten grondslag gelegd. [gedaagde] heeft op 1 mei 2020 en op 15 mei 2020 behandelingen ondergaan bij [naam centrum]. [gedaagde] is om die reden gehouden de naar aanleiding van die behandelingen verzonden factuur van 8 juni 2020 te voldoen. [gedaagde] is, ondanks herinnering en aanmaning, in verzuim gebleven met betaling van de factuur, als gevolg waarvan hij de wettelijke rente verschuldigd is, tot 2 maart 2021 berekend op € 10,54, en € 112,55 aan buitengerechtelijke kosten.
3.3.
[gedaagde] heeft de vordering betwist en heeft daartoe - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - het volgende aangevoerd. [gedaagde] stelt op de in de factuur van 8 juni 2020 genoemde behandeldata niet bij de tandarts te zijn geweest. Op de genoemde data was hij gewoon aan het werk. De vordering is door Infomedics niet onderbouwd. [gedaagde] heeft meerdere keren tevergeefs getracht contact op te nemen met de gemachtigde van Infomedics, maar kreeg geen gehoor. De gemachtigde van Infomedics heeft nooit telefonisch contact opgenomen met [gedaagde].

4..De beoordeling

4.1.
Uit de factuur van 8 juni 2020, waarvan [gedaagde] de ontvangst niet heeft betwist, volgt dat de aan [gedaagde] in rekening gebrachte kosten betrekking hebben op door [naam centrum] uitgevoerde behandelingen op 1 mei 2020 en 15 mei 2020. [gedaagde] heeft betwist deze behandelingen te hebben ondergaan.
4.2.
Infomedics heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling kopieën van op 1 mei 2020 vervaardigde röntgenfoto’s in het geding gebracht alsmede een kopie van de van het op grond van artikel 7:454 BW verplichte medisch dossier deel uitmakende patiëntenkaart van [gedaagde]. Uit de door Infomedics overgelegde stukken kan worden afgeleid dat [gedaagde] in elk geval reeds sinds 2013 patiënt is bij [naam centrum]. Voorts volgt uit de patiëntenkaart dat [gedaagde] op zowel 1 mei 2020 als op 15 mei 2020 (uitgebreide) behandelingen heeft ondergaan, waarbij tevens op 1 mei 2020 de hiervoor genoemde röntgenfoto’s zijn gemaakt.
4.3.
[gedaagde] is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen ter mondelinge behandeling en heeft de nadere stellingen van Infomedics alsmede de door Infomedics overgelegde producties niet meer betwist. De kantonrechter is van oordeel dat uit de door Infomedics overgelegde patiëntenkaart en röntgenfoto’s in voldoende mate volgt dat [gedaagde] op 1 mei 2020 en 15 mei 2020 de behandelingen heeft ondergaan, zoals in de factuur van 8 juni 2020 nader gespecificeerd. Met de overgelegde producties heeft Infomedics haar vordering derhalve voldoende onderbouwd. Dat [gedaagde] de behandelingen niet zou hebben ondergaan omdat hij op de genoemde behandeldata aan het werk zou zijn geweest, is door hem niet nader onderbouwd, zodat dat verweer zal worden verworpen.
4.4.
Het bovenstaande leidt ertoe dat de gevorderde hoofdsom van € 750,35 zal worden toegewezen. Ook de gevorderde wettelijke rente tot 2 maart 2021 van € 10,54 alsmede de vanaf 2 maart 2021 gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom zullen, als op de wet gegrond en niet weersproken, worden toegewezen, op de wijze zoals hierna in het dictum vermeld.
4.5.
Infomedics maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering dient beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De door de gemachtigde van Infomedics aan [gedaagde] gezonden aanmaning van 5 februari 2021, waarvan de ontvangst door [gedaagde] niet is betwist, voldoet aan de in artikel 6:96 lid 6 BW gestelde eisen. Dat de gemachtigde van Infomedics geen telefonisch contact met [gedaagde] heeft opgenomen, is voor de toewijsbaarheid van de buitengerechtelijke kosten niet relevant, nu daartoe geen wettelijke verplichting bestaat. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten van € 112,55 wordt dan ook toegewezen.
4.6.
[gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van Infomedics worden veroordeeld.

5..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics tegen kwijting te betalen € 750,35 aan hoofdsom,
€ 10,54 aan tot 2 maart 2021 verschenen wettelijke rente en € 112,55 aan buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over € 750,35 vanaf 2 maart 2021 tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Infomedics vastgesteld op € 596,37 aan verschotten (waarvan € 507,00 aan griffierecht en
€ 89,37 aan dagvaardingskosten) en € 248,00 aan salaris voor de gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. D.L. Spierings en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44487