ECLI:NL:RBROT:2021:6847

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juli 2021
Publicatiedatum
19 juli 2021
Zaaknummer
8726318
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rolbeslissing inzake deskundigenonderzoek na arbeidsongeval met causaal verband en pijnklachten

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is op 16 juli 2021 een rolbeslissing genomen in een civiele procedure naar aanleiding van een arbeidsongeval dat de eiser op 11 januari 2018 heeft overkomen. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F. Bouyaghjdane, heeft Tatar B.V. en Altrad Balliauw B.V. aangeklaagd. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 juli 2021 zijn de partijen verschenen, waarbij de kantonrechter heeft besloten dat er een medisch deskundigenonderzoek moet plaatsvinden om te bepalen of er een causaal verband bestaat tussen het ongeval en de door de eiser gestelde pijnklachten aan zijn nek, schouder en arm.

De kantonrechter heeft de partijen gevraagd om een onafhankelijke deskundige te benoemen, die de kans moet inschatten dat de eiser letsel heeft opgelopen door twee geschetste scenario's van het ongeval. De deskundige zal ook gevraagd worden om een uitgebreide anamnese, medische gegevens, en een diagnose te geven, evenals de beperkingen die de eiser momenteel ervaart. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn begroot op € 2.299,00, en het voorschot zal in beginsel door de eiser moeten worden gedeponeerd, maar kan op basis van zijn toevoeging in debet worden gesteld.

De kantonrechter heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun mening te geven over de benoeming van de deskundige en de vragen die aan deze deskundige voorgelegd zullen worden. De zaak is vervolgens verwezen naar de openbare terechtzitting, waar partijen hun schriftelijke reacties moeten indienen. De beslissing is genomen door mr. A.J.L.M. van der Wildt en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 8726318 \ CV EXPL 20-29971
uitspraak: 16 juli 2021

rolbeslissing van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van

[eiser],

wonende te [woonplaats eiser],
eiser,
gemachtigde: mr. F. Bouyaghjdane te Rotterdam,
tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Tatar B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A. Seme te Zaandam,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Altrad Balliauw B.V.,
gevestigd te Brielle,
gedaagde,
gemachtigde: mr. J. Joosten te ’s-Hertogenbosch.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘[eiser]’ respectievelijk ‘Tatar’ en ‘Altrad’.
Op 5 juli 2021 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij is [eiser] in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. F. Bouyaghjdane. Namens Tatar is verschenen haar gemachtigde mr. A. Seme. Namens Altrad is verschenen [naam ] (directeur), bijgestaan door de gemachtigde mr. J. Joosten. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden door de griffier.
De zaak is met partijen besproken. In overleg met partijen is besloten dat eerst een medisch deskundigenonderzoek zal dienen plaats te vinden teneinde vast te kunnen stellen of er een causaal verband bestaat tussen het ongeval, dat [eiser] op 11 januari 2018 is overkomen, en de door hem gestelde pijnklachten aan zijn nek, schouder en arm.
Partijen hebben de kantonrechter verzocht een onafhankelijke deskundige te benoemen. De kantonrechter is voornemens de volgende persoon als onafhankelijke deskundige te benoemen:
[deskundige]
neuroloog n.p.
p/a [adres]
e-mail: [e-mailadres 1] / [e-mailadres 2]
De hiervoor genoemde deskundige heeft de aan het onderzoek verbonden kosten begroot op
€ 2.299,00 inclusief btw. Gelet op het feit dat de bewijslast van het causale verband tussen het ongeval van 11 januari 2018 en de klachten van [eiser] op [eiser] rust en het deskundigenonderzoek in dat kader zal worden bepaald, dient het te betalen voorschot in beginsel door [eiser] te worden gedeponeerd. Omdat [eiser] echter met een toevoeging procedeert, zal het voorschot op de voet van artikel 195 jo. artikel 199 lid 3 Rv in debet worden gesteld.
Vooralsnog is de kantonrechter voornemens het volgende aan de te benoemen deskundige voor te leggen:
Het uitgangspunt van de vragen aan de deskundige is het navolgende tweetal scenario’s:

1. [eiser] is in zijn nek geraakt door een ratel met een gewicht van 1 kilogram, komende van een hoogte van circa 7 meter, en

2. [eiser] is in zijn nek geraakt door een ratel met een gewicht van 450 gram, komende van een hoogte van circa 50 centimeter, waarbij de ratel al dan niet bevestigd was aan een lanyard (draagriem).

De hoofdvraag aan de deskundige betreft de vraag hoe groot de deskundige de kans schat dat [eiser] het aanwezige letsel als gevolg van één van deze twee scenario’s heeft ondervonden.
Ter beantwoording van deze hoofdvraag zullen in elk geval de navolgende vragen aan de deskundige worden voorgelegd:

Anamnese

a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en ernst van het letsel, het verloop van de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen? Welke overige klachten en beperkingen op uw vakgebied worden desgevraagd vermeld? Wilt u in uw anamnese vermelden welke beperkingen op uw vakgebied de onderzochte aangeeft in relatie tot de activiteiten van het algemene dagelijkse leven (ADL), loonvormende arbeid en het uitoefenen van hobby’s, bezigheden in recreatieve sfeer en zelfwerkzaamheid?

Medische gegevens

b. Wilt u op basis van het medisch dossier van de onderzochte een beschrijving geven van:
- de medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied;
- de medische behandeling van het letsel van de onderzochte en het resultaat daarvan.

Medisch onderzoek

c. Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen bij lichamelijk onderzoek en eventueel hulponderzoek?

Consistentie

d. Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
e. Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de reactie was van de onderzochte op de door u geconstateerde inconsistenties en welke conclusies u daaruit trekt?

Diagnose

f. Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische overwegingen geven?

Beperkingen

g. Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij de onderzochte in zijn huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit het ongeval? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven, op semikwantitatieve wijze weergeven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?

Medische eindsituatie

h. Acht u de huidige toestand van de onderzochte zodanig dat een beoordeling van de blijvende gevolgen van het ongeval mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde letsel?
i. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?
j. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
k. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 1g)?
Meestal zal het niet mogelijk zijn om onderstaande vragen (met name de vragen n-t) met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te bieden. Wel wordt gevraagd of u vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied uw mening wilt geven over kansen en waarschijnlijkheden. Het is dus de bedoeling dat u aangeeft, wat u op grond van uw deskundigheid op uw vakgebied op deze vragen kunt antwoorden.

Klachten, afwijkingen, functieverlies en beperkingen voor ongeval

l. Bestonden voor het ongeval bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw vakgebied die de onderzochte thans nog steeds heeft?
m. Zo ja, kunt u dan aangeven welke beperkingen voor het ongeval uit deze klachten en afwijkingen voortvloeiend en thans nog steeds uit deze klachten en afwijkingen voortvloeien?

Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder ongeval

n. Zijn er daarnaast op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte niet was overkomen?
o. Zo ja (dus zonder ongeval ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?
p. Kunt u aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn voortgevloeid?
q. Verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op uw vakgebied geconstateerde niet-ongevalsgerelateerde klachten en afwijkingen?
r. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht uw?
s. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?
t. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 2e)?

Overig

u. Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor het verdere verloop van deze zaak?
De kantonrechter zal partijen in de gelegenheid stellen om zich uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige en de aan het onderzoek verbonden kosten. Daarnaast worden partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de hiervoor genoemde aan de deskundige voor te leggen vragen en kunnen zij aangeven welke eventueel aanvullende vragen zij gesteld wensen te zien.
De kantonrechter verwijst de zaak daartoe naar de openbare terechtzitting van de kantonrechter van
donderdag 5 augustus 2021 te 14.30 uuralwaar alle partijen zich schriftelijk dienen uit te laten.
De schriftelijke reactie dient in tweevoud ingestuurd te worden en uiterlijk de dag vóór genoemde rolzitting om 12.00 uur ter griffie ontvangen te zijn.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.L.M. van der Wildt en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44487