In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 juli 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de schorsing van de ouders in hun gezag over de kinderen [naam kind 1] en [naam kind 2]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de beslissing van 7 mei 2021 in stand te houden, in afwachting van een procedure tot beëindiging van het gezag van beide ouders. De kinderen verblijven momenteel bij de stiefmoeder op een geheim adres in Nederland, waar zij de nodige zorg en begeleiding ontvangen. De vader van de kinderen kampt met een ernstige verslaving en heeft zijn verantwoordelijkheden niet nagekomen, terwijl de stiefmoeder een belangrijke rol speelt in het leven van de kinderen. De rechtbank heeft de situatie opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat het in het belang van de kinderen is om de schorsing van de ouders in stand te houden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een bijzondere curator voor de kinderen te benoemen, aangezien de belangen van de kinderen voldoende worden onderkend door de betrokkenen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, mr. A.A.J. de Nijs, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 15 juli 2021.