ECLI:NL:RBROT:2021:6859

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 juli 2021
Publicatiedatum
19 juli 2021
Zaaknummer
C/10/618120 / JE RK 21-1236
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van ouders in het gezag en voorlopige voogdij over kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 juli 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de schorsing van de ouders in hun gezag over de kinderen [naam kind 1] en [naam kind 2]. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de beslissing van 7 mei 2021 in stand te houden, in afwachting van een procedure tot beëindiging van het gezag van beide ouders. De kinderen verblijven momenteel bij de stiefmoeder op een geheim adres in Nederland, waar zij de nodige zorg en begeleiding ontvangen. De vader van de kinderen kampt met een ernstige verslaving en heeft zijn verantwoordelijkheden niet nagekomen, terwijl de stiefmoeder een belangrijke rol speelt in het leven van de kinderen. De rechtbank heeft de situatie opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat het in het belang van de kinderen is om de schorsing van de ouders in stand te houden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een bijzondere curator voor de kinderen te benoemen, aangezien de belangen van de kinderen voldoende worden onderkend door de betrokkenen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, mr. A.A.J. de Nijs, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 15 juli 2021.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/618120 / JE RK 21-1236
datum uitspraak: 6 juli 2021

beschikking

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Landelijk Hoog Risico en Expertise Team,

hierna te noemen: de Raad, gevestigd te Den Haag,
betreffende

[naam kind 1], geboren op [geboortedatum kind 1] 2009 te [geboorteplaats kind 1],

hierna te noemen: [naam kind 1],

[naam kind 2], geboren op [geboortedatum kind 2] 2013 te [geboorteplaats kind 2],

hierna te noemen: [naam kind 2].
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder],
advocaat: mr. M. Krol te Rotterdam,

[naam vader],

hierna te noemen: de vader, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
advocaat: mr. A.C. van 't Hek te Dordrecht,

[naam stiefmoeder],

hierna te noemen: de stiefmoeder, zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
advocaat: mr. M. Nentjes te Rotterdam,
en

de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam,
vertegenwoordigd door

het Landelijke Expertise Team Jeugdbescherming,

hierna te noemen: het LET, gevestigd te Utrecht.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de beschikking van deze rechtbank van 12 mei 2021 met de daaraan ten grondslag liggende stukken.
Op 6 juli 2021 heeft de rechtbank de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat, voornoemd;
- de advocaat van de vader;
- de advocaat van de stiefmoeder;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam 1];
- een vertegenwoordigster van de Gl, [naam 2];
- een vertegenwoordigster van het LET, [naam 3].
Opgeroepen en niet verschenen zijn de vader en de stiefmoeder.

De feiten

De GI is sinds 7 mei 2021 belast met de voorlopige voogdij over [naam kind 1] en [naam kind 2].
[naam kind 1] en [naam kind 2] verblijven bij de stiefmoeder op een geheim adres in Nederland.

Het verzoek

De Raad verzoekt de voornoemde beslissing van 7 mei 2021 (opnieuw) in stand te laten in afwachting van de beslissing van de rechtbank in de recent gestarte procedure tot beëindiging van het gezag van beide ouders. De Raad had gehoopt dat laatstgenoemd verzoek vandaag inhoudelijk behandeld zou worden.
De vader worstelt met een ernstige verslaving, waardoor hij al lange tijd onbetrouwbaar is. Niet alleen is veiligheid en stabiliteit van belang voor de kinderen, maar ook duidelijkheid over hun perspectief. De stiefmoeder vervult al lange tijd en ook op dit moment een heel belangrijke rol in het leven van de kinderen. De stiefmoeder staat open voor begeleiding en werkt daar ook aan mee. Het toewijzen van een bijzondere curator voor [naam kind 2] heeft geen meerwaarde. De Raad is van oordeel dat voldoende bekend is over het belang van [naam kind 2] om een beslissing te kunnen nemen.

De standpunten

Het LET heeft ter zitting het standpunt van de Raad ondersteund. De stiefmoeder verblijft op dit moment samen met de kinderen in een geheime opvang. Daar zal worden gestart met diagnostiek en behandeling van de kinderen. De kinderen zijn blij om weer in Nederland te zijn. De kinderen hebben het zwaar. [naam kind 2] heeft een grote achterstand opgelopen en laat druk gedrag zien. [naam kind 1] zorgt voor iedereen; het is van belang dat hij weer meer kind kan zijn. De vader is nog steeds druk met zijn leven in Spanje en heeft aangegeven dat hij behandelingen wil voor zijn verslaving. Op 27 mei 2021 heeft de advocaat van de vader een e-mail gestuurd waarin staat dat de vader dat weekend in behandeling zou gaan in een kliniek in Zuid-Afrika. Dit is tot op heden niet gebeurd. Ook heeft de vader aangegeven iedere maand een geldbedrag ten behoeve van de stiefmoeder te zullen storten voor een woning. Ook dit is niet gebeurd. De vader doet boos naar de stiefmoeder toe. De stiefmoeder is daar angstig voor. Het is van belang dat er eerst rust wordt gecreëerd op de veilige plek waar de stiefmoeder en de kinderen nu zitten. Daarnaast zal er worden gekeken naar contactherstel met de moeder. Het toewijzen van een bijzondere curator zou belastend zijn voor [naam kind 2], hij kan praten met zijn behandelaar en met de stiefmoeder. Dat is voldoende.
Namens de vader is ingestemd met het verzoek van de Raad. [naam kind 2] komt weinig terug in het rapport. De vader handhaaft daarom zijn verzoek om voor [naam kind 2] een bijzondere curator te benoemen, zodat [naam kind 2] een eigen stem kan krijgen in de recent gestarte procedure. Als vader het gezag wil behouden, is het van belang dat er een contactverbod komt met de stiefmoeder. Daarnaast moet hij zorg dragen voor de huisvesting van de stiefmoeder en kinderen en hen financieel onderhouden. Ook moeten de kinderen worden onderzocht. De vader geeft hier toestemming voor. Het is van belang dat de jongens weer naar hun eigen school kunnen en weer kunnen omgaan met hun eigen vriendjes. De vader moet afkicken. Dit is de enige kans van vader om het gezag te behouden.
Door en namens de moeder is eveneens ingestemd met het verzoek van de Raad. Het is van belang dat de kinderen gelukkig zijn en bij de stiefmoeder opgroeien. De kinderen hebben rust nodig. De moeder heeft op dit moment helemaal geen contact met de kinderen. De moeder wil geen procedure met betrekking tot de omgang starten, omdat ze het tempo van de kinderen wil volgen. De moeder wil graag aan de hulpverlening laten zien dat ze veranderd is en dat de kinderen een moeder hebben die voor hen klaarstaat. De stiefmoeder is belangrijk voor de kinderen; hier staat de moeder ook achter. De moeder hoopt op het beste voor de kinderen. Als het benoemen van een bijzondere curator in het belang is van de kinderen, zal de moeder daar achter staan.
Namens de stiefmoeder is ingestemd met het verzoek van de Raad. Er moet rust ontstaan. Het is van belang dat de vader de stiefmoeder met rust laat. Er speelt op dit moment veel voor de kinderen, maar wanneer zij eraan toe zijn zal de stiefmoeder zeker meewerken aan het contactherstel met de moeder. Het tempo van de kinderen is hierin leidend. Op dit moment neemt de stiefmoeder grote stappen richting het definitief afscheid nemen van de vader. Voor de stiefmoeder zal iedere beslissing in het belang van de kinderen zijn. De stiefmoeder heeft veel financiële onzekerheid, maar de rust en stabiliteit die zij ervoor terugkrijgt is kostbaar en in het belang van de kinderen. De stiefmoeder maakt zich zorgen over de vaderrol die [naam kind 1] vervult, zij is er bewust mee bezig om hem weer kind te laten zijn. Het zal heel erg helpen als de kinderen straks naar school kunnen. Het is verdrietig dat de stiefmoeder en de kinderen op dit moment niet terug kunnen naar Bergschenhoek, waar hun hele netwerk zit. Er zal later gekeken moeten worden of het veilig genoeg wordt geacht om terug te gaan en wat er financieel haalbaar is. De stiefmoeder is niet afwijzend ten aanzien van het benoemen van een bijzondere curator voor [naam kind 2]. Wel vraagt de stiefmoeder zich af in hoeverre dit in het belang is van [naam kind 2].

De beoordeling

De rechtbank heeft bij beschikking van 12 mei 2021, alles afwegende, de schorsing van de beide ouders in de uitoefening van het ouderlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2] en de belasting van de GI met de voorlopige voogdij over hen, in stand gelaten. De rechtbank zag toen aanleiding om op dit moment opnieuw de situatie te beoordelen, gezien de vele ontwikkelingen die hadden plaats gehad.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat het in het belang van [naam kind 1] en [naam kind 2] is dat de beslissing van 7 mei 2021 in stand blijft, in afwachting van de beslissing in de recent door de Raad gestarte procedure tot beëindiging van het gezag van de ouders. De kinderen verblijven nog steeds in Nederland op een geheime, maar veilige plek samen met de stiefmoeder en hun halfzusje. Zij hebben heel veel meegemaakt en kunnen daar tot rust komen, onderzocht worden en indien nodig behandeling krijgen. Van daaruit kan verder gekeken worden welke opvoedsituatie op de langere termijn haalbaar en in hun belang is. Ook moet gekeken worden welke rol de beide ouders in de toekomst in het leven van de kinderen zouden moeten krijgen.
Gezien vorenstaande en gezien ook het feit dat er geen verweer is gevoerd, zal de rechtbank de beslissing van 7 mei 2021 opnieuw in stand laten.
De rechtbank ziet, alles afwegende, geen aanleiding om (opnieuw) een bijzondere curator te
benoemen voor [naam kind 1] en [naam kind 2]. De belangen van de kinderen worden op dit moment door alle betrokkenen voldoende onderkend en naar voren gebracht.

De beslissing

De rechtbank:
handhaaft de beschikking van 7 mei 2021;
wijst af het meer of anders verzochte, voor zover daarop niet eerder is beslist.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2021 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. Moghaddam Charkari als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 15 juli 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.