In deze zaak heeft de kinderrechter op 2 juli 2021 uitspraak gedaan over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken van een minderjarig kind, hierna te noemen [naam kind], dat onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West. De ouders van [naam kind], de moeder en de vader, zijn betrokken bij deze procedure. De kinderrechter heeft eerder op 15 januari 2021 de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 9 februari 2022. De moeder heeft verzocht om uitbreiding van de omgangsregeling met [naam kind], die momenteel eenmaal per twee weken plaatsvindt onder begeleiding van Coachpoint.
Tijdens de zitting is gebleken dat de omgang tussen [naam kind] en de moeder goed verloopt, maar dat er onrust is tussen de ouders, wat de stabiliteit van [naam kind] bedreigt. De GI heeft aangegeven dat de huidige omgangsregeling moet worden gehandhaafd, maar de moeder pleit voor uitbreiding. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een kwetsbare situatie is en dat het van belang is om rust te creëren voor [naam kind].
De kinderrechter heeft besloten om de omgangsregeling te wijzigen. Tot 1 augustus 2021 zal de omgang eenmaal per twee weken drie uur duren, daarna zal dit worden uitgebreid naar vier uur en vervolgens naar zes uur. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belang van [naam kind] voorop staat en dat verdere uitbreiding van de omgang in goed onderling overleg kan plaatsvinden. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.