ECLI:NL:RBROT:2021:6866

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juli 2021
Publicatiedatum
19 juli 2021
Zaaknummer
C/10/615624 / JE RK 21-752 en C/10/604496 / JE RK 20/2623
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging ouderlijk gezag en benoeming voogdij in het belang van het kind

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 14 juni 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar kind, geboren in 2009. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag door de moeder niet meer op verantwoorde wijze kan worden uitgeoefend, gezien haar persoonlijke en verslavingsproblematiek. Het kind verblijft sinds 2019 in een perspectiefbiedend pleeggezin en de moeder heeft gedurende een lange periode geen contact met het kind gehad. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen en de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering als voogd aan te stellen.

De kinderrechter heeft in haar beoordeling overwogen dat het in het belang van het kind is dat er duidelijkheid en stabiliteit komt in zijn opvoeding. De moeder heeft aangegeven te werken aan haar herstel, maar de rechtbank oordeelt dat de aanvaardbare termijn voor het herstel van de moeder is verstreken. De pleegouders bieden het kind een veilige en stabiele omgeving, wat essentieel is voor zijn ontwikkeling. De kinderrechter heeft daarom besloten het ouderlijk gezag van de moeder te beëindigen en de GI als voogd aan te stellen, zodat het kind de nodige ondersteuning en zorg kan ontvangen.

Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek van de GI om vervangende toestemming voor een medische behandeling afgewezen, nu de voogdij aan de GI is toegewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/615624 / JE RK 21-752 en C/10/604496 / JE RK 20/2623
Datum uitspraak: 14 juni 2021

Beschikking beëindiging van het ouderlijk gezag

in de zaken van

de Raad voor de Kinderbescherming Regio Zuidoost Nederland,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Eindhoven,
en
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam.
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2009 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam pleegmoeder],

hierna te noemen pleegmoeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam pleegvader],

hierna te noemen de pleegvader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van deze rechtbank van 24 september 2020 met de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 23 maart 2021, ingekomen bij de griffie op 25 maart 2021.
Op 14 juni 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door mr. S. Ben Ahmed,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 1],
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam 2] en [naam 3].

Opgeroepen en niet verschenen zijn de pleegouders.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] verblijft in een perspectiefbiedend pleeggezin.
Bij beschikking van de kinderrechter van 24 september 2020 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 9 oktober 2021. De kinderrechter heeft bij die beschikking ook de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot
9 oktober 2021.
Bij aparte beschikking van de kinderrechter van 24 september 2020 is de GI belast met het gezag over [naam kind] met betrekking tot het geven van toestemming voor een medische behandeling tot [geboortedatum kind] 2021. Het resterende deel van het verzoek is aangehouden.
De GI heeft zich bij brief van 23 maart 2021 bereid verklaard om de voogdij te aanvaarden.

Het verzoek van de Raad

Ingeschreven onder het zaaknummer C/10/615624:
De Raad heeft verzocht het gezag van de moeder te beëindigen en de GI tot voogd over [naam kind] te benoemen.

Het aangehouden verzoek van de GI

Ingeschreven onder het zaaknummer C/10/604496:
De GI heeft verzocht te worden belast met het gezag over [naam kind] met betrekking tot het geven van toestemming voor een medische behandeling.

De standpunten

De Raad heeft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] woont sinds 2019 bij de pleegouders. De moeder kampt met persoonlijke problematiek, waardoor het voor haar moeilijk is om zich aan gemaakte afspraken te houden. [naam kind] en de moeder hebben na een lange tijd zonder contact vorige week elkaar telefonisch gesproken. De Raad is van mening dat de aanvaardbare termijn waarin duidelijk moet zijn waar het perspectief van [naam kind] ligt bijna afgelopen is. De moeder heeft het gezag over [naam kind], maar oefent dit in de praktijk al een lange tijd niet meer uit. Het is in het belang van [naam kind] dat de voogdij over hem wordt uitgeoefend door de GI. Het is positief dat de moeder werkt aan haar herstel en het op orde krijgen van haar zaken, zodat zij op een goede manier het contact met [naam kind] kan onderhouden.
De GI heeft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling gehandhaafd en als volgt toegelicht. De GI is het eens met het standpunt van de raad met betrekking tot het verstrijken van de aanvaardbare termijn. Het is van belang dat er duidelijkheid en rust komt voor [naam kind]. Het gezag over [naam kind] dient te worden gewijzigd. [naam kind] en de moeder hebben in het afgelopen jaar geen contact gehad met elkaar. [naam kind] heeft er last van dat er beslissingen over hem moeten worden genomen terwijl het onduidelijk is wie er iets over hem te zeggen heeft. Het is van belang dat [naam kind] en de moeder contact houden met elkaar. Dit staat volledig los van de gezagsbeëindiging. [naam kind] was blij om de moeder na een lange periode weer telefonisch te spreken.
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling het volgende aangegeven. De moeder was slecht bereikbaar aangezien zij was teruggevallen in middelengebruik. In het verleden heeft de moeder laten zien dat zij kan afkicken. Op dit moment werkt de moeder aan haar herstel in combinatie met behandelingen voor haar trauma’s en emotieregulatieproblematiek. De moeder geeft aan nu weer beschikbaar te zijn voor [naam kind]. Het is van belang dat het contact met [naam kind] wordt hersteld. Het is fijn dat [naam kind] goed wordt opgevoed bij de pleegouders. De toekomst van [naam kind] ligt dan ook bij de pleegouders. De moeder geeft aan het moeilijk te vinden als haar gezag over [naam kind] wordt beëindigd, omdat zij vreest dan geen informatie meer te krijgen over [naam kind]. Het is van belang dat de moeder betrokken blijft bij [naam kind] en zijn school.

De beoordeling

Ten aanzien van het verzoek met betrekking tot de beëindiging van het ouderlijk gezag:
De rechtbank overweegt dat zij op grond van artikel 1:266, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) het gezag van een ouder kan beëindigen, indien
a. een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en de ouder niet in staat is de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 1:247, tweede lid, BW te dragen binnen een voor de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn, of
b. de ouder het gezag misbruikt.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat [naam kind] een belast verleden heeft waarin hij op jonge leeftijd onvoldoende veiligheid en stabiliteit heeft gekend in de thuissituatie bij de moeder. De moeder kampt met zowel persoonlijke als verslavingsproblematiek, waarbij zij een lange periode niet beschikbaar is geweest voor [naam kind]. Door deze vormen van problematiek zal de moeder ook in de nabije toekomst niet de verantwoordelijkheid voor de opvoeding van [naam kind] kunnen dragen. Daarbij komt dat [naam kind] vanwege zijn kindeigen problematiek veel vraagt van zijn opvoeders. De pleegouders bieden hem al lange tijd een stabiele, veilige en voorspelbare opvoedomgeving. Daarnaast heeft [naam kind] passende hulpverlening nodig gericht op tauma- en rouwverwerking en emotieregulatie. De aanvaardbare termijn is reeds verstreken nu [naam kind] zich veilig aan de pleegouders aan het hechten is en de toekomst van [naam kind] niet meer bij de moeder ligt. De kinderrechter is van oordeel dat is voldaan aan het criterium van art. 1:266 lid 1, aanhef en onder a, BW voor beëindiging van het ouderlijk gezag.
Omdat de beëindiging van het gezag van de moeder ertoe zal leiden, dat een gezagsvoorziening over [naam kind] komt te ontbreken, dient de rechtbank op grond van artikel 1:275, eerste lid BW een voogd over hem te benoemen. In dat verband overweegt de kinderrechter als volgt. Hoewel de pleegouders in staat zijn om de praktische zaken voor [naam kind] te regelen en open staan voor contact met de moeder, is het wenselijk dat de GI als neutrale derde betrokken blijft. De GI kan vanuit een neutrale positie het contact tussen de moeder en [naam kind] helpen te herstellen. De kinderrechter is daarom van oordeel dat de GI op dit moment de meest aangewezen (rechts)persoon is om met de voogdij over [naam kind] te worden belast.
De kinderrechter benadrukt dat het van groot belang is dat de moeder en [naam kind] contact met elkaar blijven onderhouden en dat de moeder geïnformeerd blijft over het wel en wee van [naam kind]. De moeder is belangrijk voor [naam kind] en behoort daarom op een passende manier in zijn leven te worden betrokken.
Op grond van het bepaalde in artikel 1:276, eerste lid, van het BW wordt de ouder van wie het gezag is beëindigd, veroordeeld tot het afleggen van rekening en verantwoording aan de opvolger in dit bewind, ervan uitgaande dat de ouder het bewind voerden over het vermogen van de minderjarige.
Ten aanzien van het verzoek met betrekking tot de vervangende toestemming voor een medische behandeling:
Nu het verzoek tot de beëindiging van het ouderlijk gezag zal worden toegewezen en de GI met de voogdij over [naam kind] wordt belast, is het verlenen van vervangende toestemming voor een medische behandeling niet meer aan de orde. Dit verzoek wordt dan ook afgewezen.

De beslissing

De rechtbank:
beëindigt het ouderlijk gezag van [naam moeder], geboren op [geboortedatum moeder] te Curaçao, over [naam kind];
benoemt tot voogdes over [naam kind] de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdreclassering en Jeugdbescherming, gevestigd te Amsterdam;
veroordeelt de moeder aan de voogdes rekening en verantwoording van het gevoerde bewind over het vermogen van [naam kind] te doen;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het verzoek tot vervangende toestemming medische behandeling, voor zover daarop niet eerder is beslist.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2021 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. Moghaddam Charkari als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 juli 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.