In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser], vertegenwoordigd door mr. J.J.A. Janssen van de FNV, en Stratt+ Industrial Management B.V., vertegenwoordigd door mr. F.A. Verberk-Elich. De zaak betreft een vordering van [eiser] tot betaling van een bedrag van € 5.368,- bruto, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente, als gevolg van het niet tijdig informeren door Stratt+ over een afwijzende beschikking van de Belastingdienst inzake het loonkostenvoordeel (LKV). De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] van 12 december 2017 tot 10 oktober 2018 in dienst was bij Stratt+ en dat er geen pensioenregeling gold. Stratt+ had een aanvraag voor LKV ingediend, maar deze werd afgewezen door het UWV. De kantonrechter oordeelde dat Stratt+ onrechtmatig had gehandeld door niet tijdig bezwaar te maken tegen de afwijzing van het LKV, wat resulteerde in schade voor [eiser]. De rechter concludeerde dat Stratt+ tekort was geschoten in haar verplichtingen als werkgever en dat [eiser] recht had op de gevorderde bedragen, inclusief de buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De uitspraak benadrukt de zorgplicht van werkgevers om tijdig te reageren op belangrijke beslissingen die hun werknemers aangaan.