Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 21 juni 2021 met producties;
- de conclusie van antwoord.
2..Het geschil
€ 166,54 +
€ 512,03 -
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 22 juli 2021, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een geschil tussen VGZ Zorgverzekeraar N.V. en G.N.G. Bewindvoering B.V. VGZ, vertegenwoordigd door Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso, vorderde een betaling van € 500,- van GNG Bewindvoering, die optreedt als bewindvoerder over het vermogen van een derde, [persoon A]. De vordering was gebaseerd op een onbetwiste schuld, en VGZ had de vordering beperkt tot dit bedrag om moverende redenen. De procedure begon met een dagvaarding op 21 juni 2021, gevolgd door een conclusie van antwoord van GNG Bewindvoering.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat GNG Bewindvoering de feiten waarop de vordering is gebaseerd niet heeft betwist. De vordering is gegrond op de wet en werd toegewezen. GNG Bewindvoering werd als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op € 234,22 aan verschotten en € 75,- aan salaris voor de gemachtigde. Daarnaast werd een nasalaris van € 37,50 toegewezen, indien GNG Bewindvoering niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis voldoet. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
Deze uitspraak benadrukt de verplichtingen van de gedaagde partij in civiele procedures en de mogelijkheid voor de eiser om kosten te verhalen in geval van een toegewezen vordering. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. P. Joele, die de zaak heeft behandeld.