Op 4 juni 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], geboren op [geboortedatum minderjarige] 2017. De zaak betreft de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 13 juni 2019 en is sindsdien steeds verlengd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van [voornaam minderjarige] door haar eigen problematiek niet in staat is om de zorg voor haar kind op zich te nemen. De minderjarige verblijft momenteel bij pleegouders, die adequaat kunnen inspelen op haar behoeften. De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering heeft verzocht om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van een jaar. Tijdens de zitting hebben zowel de moeder als de pleegouders ingestemd met het verzoek van de GI. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het noodzakelijk is om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen, zodat er voldoende tijd is voor de Raad voor de Kinderbescherming om onderzoek te doen naar het toekomstperspectief van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de verzoeken toegewezen en de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 13 juni 2022. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.