In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 18 juni 2021, is het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming tot ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige] afgewezen. De Raad had verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat er zorgen waren over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. De ouders van [voornaam minderjarige] hebben de afgelopen periode echter positieve stappen gezet in hun communicatie en samenwerking. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de ouders de noodzakelijke zorg voor [voornaam minderjarige] niet zouden accepteren. Er is een psychodiagnostisch onderzoek (PO) aangevraagd om de oorzaak van het zorgelijke gedrag van [voornaam minderjarige] vast te stellen. De ouders hebben aangegeven mee te willen werken aan de benodigde hulpverlening, en de kinderrechter heeft geconcludeerd dat er op dit moment geen gronden zijn voor een ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft de ouders erop gewezen dat het van groot belang is dat het PO daadwerkelijk plaatsvindt en dat zij de adviezen die daaruit voortkomen accepteren. De beschikking is openbaar uitgesproken en de ouders zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.