ECLI:NL:RBROT:2021:7038
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Toetsing van BIZ-bijdrage voor parkeergarage in relatie tot WOZ-beschikking
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de BIZ-bijdrage voor een parkeergarage. Eiser, eigenaar van de parkeergarage en een supermarkt, heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag van € 4.800,- die door het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling was opgelegd voor het belastingjaar 2020. Eiser stelde dat de parkeergarage geen baat heeft bij de investeringen die worden gedaan in het kader van de bedrijveninvesteringszone (BIZ) en dat de aanslag onterecht was. De rechtbank oordeelde dat de objectafbakening in de zin van artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) niet in de BIZ-procedure kan worden getoetst, vooral omdat eiser geen bezwaar had gemaakt tegen de WOZ-beschikking. De rechtbank concludeerde dat de aanslag voor de BIZ-bijdrage terecht was opgelegd, aangezien de parkeergarage niet in hoofdzaak tot woning dient en de gemeenteraad de vrijheid heeft om tarieven voor de BIZ-bijdrage vast te stellen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees de proceskostenveroordeling af.