In deze huurzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Vestia en twee huurders, aangeduid als [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. Vestia vorderde herstel van de woning in de oorspronkelijke staat, nadat de huurders zonder toestemming kunststof kozijnen in de loggia van hun woning hadden geplaatst. De procedure volgde op een reeks van correspondentie tussen partijen, waarin Vestia de huurders had gesommeerd om de aanpassing ongedaan te maken. De huurders hadden van maart 2001 tot februari 2007 in de Peperklip gewoond en waren in 2007 verhuisd naar een andere woning binnen hetzelfde complex. Vestia stelde dat de huurders tekortschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de huurovereenkomst door de loggia te dichten zonder toestemming.
De kantonrechter oordeelde dat de huurders niet bevoegd waren om de loggia te veranderen zonder schriftelijke toestemming van de verhuurder, zoals vereist door de wet en de Algemene Voorwaarden van Vestia. De rechter wees de vordering van Vestia toe, waarbij de huurders werden veroordeeld om de kozijnen te verwijderen en de loggia terug te brengen in de oorspronkelijke staat binnen drie weken, op straffe van een dwangsom. Daarnaast werden de huurders hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. De rechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Vestia direct kon overgaan tot uitvoering van de uitspraak, ongeacht een eventuele hoger beroep.