ECLI:NL:RBROT:2021:7241

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juli 2021
Publicatiedatum
26 juli 2021
Zaaknummer
C/10/620024 / JE RK 21-1572
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 juli 2021 een beschikking gegeven inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft op 10 juni 2021 een verzoekschrift ingediend voor een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, voor de duur van de ondertoezichtstelling die loopt tot 11 oktober 2021. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de vader van [naam kind] aanwezig was, maar de moeder niet. Aangezien de vader de Nederlandse taal niet machtig is, was er een tolk aanwezig om het verhoor te faciliteren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] momenteel verblijft bij Harreveld en dat hij zich daar positief ontwikkelt. De kinderrechter heeft de noodzaak van de uithuisplaatsing onderbouwd met de overweging dat [naam kind] zijn diploma kan behalen en dat het in zijn belang is om in een veilige omgeving te verblijven. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de periode van 16 juli 2021 tot 11 oktober 2021, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 26 juli 2021.

Belanghebbenden kunnen binnen drie maanden na de uitspraak hoger beroep instellen, waarbij de vader heeft aangegeven het eens te zijn met het verzoek van de GI. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. C.N. Melkert, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M.G.L. van der Linden als griffier.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/620024 / JE RK 21-1572
datum uitspraak: 16 juli 2021

beschikking machtiging tot uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende

[naam kind] ,

geboren op [geboortedatum kind] 2004 te [geboorteplaats kind] , hierna te noemen [naam kind] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder ] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 10 juni 2021, ingekomen bij de griffie op 10 juni 2021.
Op 16 juli 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de vader,
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 1] .
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder.
Aangezien de vader de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Poolse taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van [naam 2] , tolk in de Poolse taal. De tolk heeft, alvorens haar taak aan te vangen, op de bij wet voorgeschreven wijze, de belofte afgelegd dat zij haar taak naar haar geweten zal vervullen.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] verblijft bij Harreveld.
Bij beschikking van 8 oktober 2020 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot
11 oktober 2021.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verzocht voor de duur van de ondertoezichtstelling.

Het standpunt van de GI

De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht dit als volgt toe.
Horizon zet zich in om te zorgen dat [naam kind] zijn diploma kan behalen. Indien [naam kind] weer thuis woont bij de ouders, dan kan hij zijn schoolgang vervolgen met een mbo 2-opleiding.

Het standpunt van belanghebbende

De vader is het eens met het verzoek van de GI.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind] op dit moment bij Harreveld verblijft. Hier ontwikkelt [naam kind] zich positief. Sinds 26 april 2021 is [naam kind] binnen Harreveld overgeplaatst van een gesloten groep naar een open groep. Het is de bedoeling dat [naam kind] tijdens zijn verblijf (op de open groep) bij Harreveld een diploma behaalt en dat hij aan het einde van de termijn naar huis gaat en vanuit daar een mbo 2-opleiding start. Om voorgaande te bewerkstelligen, acht de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing in het belang van [naam kind] noodzakelijk. De kinderrechter zal de machtiging tot uithuisplaatsing dan ook verlenen voor de periode zoals is verzocht door de GI.
Uit voorgaande volgt dat de uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek). De kinderrechter verleent daarom de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 11 oktober 2021.

De beslissingDe kinderrechter:

verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, met ingang van 16 juli 2021 tot 11 oktober 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2021 door mr. C.N. Melkert , kinderrechter, in tegenwoordigheid van M.G.L. van der Linden als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 26 juli 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.