ECLI:NL:RBROT:2021:7258
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlening van de schone lei in het kader van de schuldsaneringsregeling met bijzondere aandacht voor tekortkomingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 juli 2021 uitspraak gedaan over de verlening van een schone lei aan de schuldenaar, die onder de schuldsaneringsregeling valt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaar, die in 2017 onder de schuldsaneringsregeling was geplaatst, op 9 juli 2021 een bedrag van € 55.000,- aan de boedel heeft afgedragen, waarmee hij aan zijn verplichtingen heeft voldaan. De bewindvoerder, N.L. Menso, heeft in zijn verslag aangegeven dat de schuldenaar ook een bedrag van € 15.000,- niet heeft afgedragen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat deze tekortkoming vanwege de bijzondere aard ervan buiten beschouwing kan worden gelaten.
De procedure begon met een schriftelijk verslag van de bewindvoerder op 21 december 2020, gevolgd door een verhoor op 9 april 2021 en een behandeling op 19 april 2021. De rechtbank heeft op 30 april 2021 een tussenvonnis gewezen, waartegen de schuldenaar hoger beroep heeft ingesteld. Het gerechtshof Den Haag heeft op 28 juni 2021 het tussenvonnis bekrachtigd, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de uitgaven die de schuldenaar had gedaan in de veronderstelling dat hij over de nalatenschap mocht beschikken.
De rechtbank heeft in haar beoordeling bevestigd dat de tekortkoming van € 15.000,- niet aan de verlening van de schone lei in de weg staat, omdat de schuldenaar niet in staat is om dit bedrag af te dragen en de crediteuren hierdoor niet benadeeld worden. De rechtbank heeft de schone lei verleend, waardoor de na de beëindiging van de schuldsaneringsregeling bestaande vorderingen niet langer afdwingbaar zijn. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op maximaal € 5.776,36, inclusief onkosten en omzetbelasting. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.