ECLI:NL:RBROT:2021:7290

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 mei 2021
Publicatiedatum
27 juli 2021
Zaaknummer
C/10/618540 / FA RK 21-3760
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met schizofrenie

Op 26 mei 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene die lijdt aan schizofrenie. De officier van justitie had op 17 mei 2021 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om verplichte zorg voor de betrokkene. Tijdens de mondelinge behandeling, die via een beeld- en geluidverbinding plaatsvond, werd de betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat, mr. M.G. Hoogerwerf. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel en risico's voor zowel de betrokkene als anderen. De betrokkene heeft in het verleden meerdere gedwongen opnames ondergaan en vertoont momenteel psychotische symptomen, waaronder waanideeën. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling te accepteren.

De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van de datum van de uitspraak. De rechtbank heeft ook bepaald dat de machtiging geldt tot en met 26 november 2021. De overige door de officier verzochte vormen van zorg, zoals het toedienen van voeding, zijn afgewezen omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.C. Rop en schriftelijk uitgewerkt op 1 juni 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/618540 / FA RK 21-3760
Externe referentie: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 26 mei 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene], [geboorteplaats betrokkene],
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene],
thans verblijvende in Antes te Poortugaal,
advocaat mr. M.G. Hoogerwerf te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 17 mei 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1], psychiater, van 10 mei 2021;
  • de zorgkaart van 28 april 2021;
  • het zorgplan van 28 april 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens van betrokkene;
  • het bericht dat er geen relevante strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 mei 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2], verpleegkundig specialist, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade en ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander.
Betrokkene is bekend met schizofrenie waarvoor hij in het verleden vanwege recidiverende psychoses meerdere keren gedwongen opgenomen is geweest. Bij gebruik van medicatie is de psychose gedeeltelijk in remissie. Betrokkene heeft nog wel waanideeën en grootheidsideeën die zijn leven ernstig bepalen. Betrokkene heeft, ook tijdens de zitting, de waangedachte dat zijn echte ouders in Amerika filmsterren zijn en dat zijn Nederlandse ouders hebben meegewerkt aan zijn ontvoering voor geldelijk gewin. Daarnaast ervaart hij bespied te worden en hoort hij boodschappen via de televisie. Bij opname was betrokkene gewapend met een mes om zich te kunnen verdedigen tegen met name zijn familie. Betrokkenen heeft geen ziekte-inzicht en hij is er van overtuigd dat hij geen anti-psychotische medicatie nodig heeft.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de behandelaar dat betrokkene op dit moment nog psychotisch is. De huidige medicatie volstaat niet meer en het toedienen van een andere medicatie is niet bespreekbaar.
Wanneer betrokkene de medicatie inneemt kan hij bij voldoende stabiliteit weer naar huis met ambulante hulp.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden voor de duur van zes maanden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid: gedurende de opname;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen: in de ambulante setting;
  • het opnemen in een accommodatie: ook voor een eventuele heropname.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en het toedienen van voeding, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 26 november 2021;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 26 mei 2021 mondeling gegeven door mr. A.C. Rop, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier, en op 1 juni schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.