In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 april 2021 een tussenvonnis uitgesproken in het kader van de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar. De schuldenaar, die onder bewind staat van N.L. Menso, heeft een boedelachterstand van € 9.798,15. De rechtbank heeft eerder op 22 maart 2017 de schuldsaneringsregeling uitgesproken. De bewindvoerder heeft op 21 december 2020 verslag uitgebracht over de beëindiging van de regeling, waarbij werd aangegeven dat de schuldenaar niet in aanmerking komt voor een schone lei vanwege de boedelachterstand.
Tijdens de procedure is naar voren gekomen dat de schuldenaar een erfenis van € 88.902,65 heeft ontvangen na het overlijden van zijn vader. De rechter-commissaris heeft tijdens een verhoor op 9 april 2021 aangegeven dat goederen die de schuldenaar ontvangt tijdens de schuldsaneringsregeling in de boedel vallen. De bewindvoerder adviseert de rechtbank om geen schone lei te verlenen, omdat de schuldenaar tekort is geschoten in zijn verplichtingen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de erfenis als vermogensbestanddeel in de boedel valt en dat de schuldenaar tekort is geschoten in zijn verplichting om deze aan de boedel af te dragen. De rechtbank heeft de schuldenaar de gelegenheid gegeven om de volledige netto erfenis alsnog aan de boedel af te dragen, met een deadline van 31 mei 2021. Tevens is tussentijds hoger beroep open gesteld tegen dit tussenvonnis, dat schorsende werking heeft. De rechtbank zal uiterlijk op 2 juni 2021 van de bewindvoerder vernemen of de schuldenaar aan deze verplichting heeft voldaan.