Op 2 april 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren in 2004. De kinderrechter heeft een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de periode van 8 april 2021 tot 8 juli 2021. Dit besluit volgt op een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die aangaf dat de minderjarige positieve ontwikkelingen doormaakt, waardoor een eerdere gesloten machtiging van zes maanden niet meer nodig is. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige stapsgewijs kan overgaan naar een open groep, met een gewenningsperiode van drie maanden.
De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige en zijn vader aanwezig waren. De moeder was niet verschenen. Tijdens de zitting is de minderjarige gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.L.I. Jansen. De vader heeft geen verweer gevoerd tegen het gewijzigde verzoek van de GI en is tevreden met de vooruitgang van zijn kind. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de minderjarige, maar dat er ook positieve ontwikkelingen zijn die een overgang naar een open groep mogelijk maken.
De kinderrechter heeft de machtiging verleend, maar het verzoek om een langere gesloten plaatsing is afgewezen, omdat de gronden daarvoor niet meer konden worden onderzocht. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.