ECLI:NL:RBROT:2021:7605

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 juli 2021
Publicatiedatum
3 augustus 2021
Zaaknummer
9335142 VV EXPL 21-310
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontruiming in kort geding wegens ernstige overlast door huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 juli 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Havensteder en een bewindvoerderskantoor, vertegenwoordigd door de heer [naam persoon 1]. De eiseres, Havensteder, vorderde ontruiming van een gehuurde woning in Rotterdam vanwege ernstige en structurele overlast die werd veroorzaakt door de huurder, [naam persoon 1]. De overlast bestond uit het draaien van harde muziek, het toelaten van drugsgebruikers in de woning en agressief gedrag richting omwonenden. Havensteder had de huurder meerdere keren gesommeerd om te stoppen met de overlast, maar zonder resultaat. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een huurovereenkomst bestaat tussen Havensteder en [naam persoon 1] en dat de huurder toerekenbaar tekortschiet in zijn verplichtingen. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 juli 2021 was de gedaagde niet verschenen, waardoor verstek werd verleend. De kantonrechter oordeelde dat het belang van Havensteder om de overlast te beëindigen zwaarder weegt dan het belang van de huurder om in de woning te blijven. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met een ontruimingstermijn van drie dagen na betekening van het vonnis. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9335142 VV EXPL 21-310
uitspraak: 26 juli 2021
vonnis in kort geding van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de stichting
Stichting Havensteder,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.E. Roeters van Lennep te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam bewindvoerderskantoor] ,in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
de heer [naam persoon 1] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Havensteder’, ‘ [naam bewindvoerderskantoor] q.q.’ en ‘ [naam persoon 1] ’.

1..Het verloop van de procedure

1.1
De kantonrechter heeft kennis genomen van het exploot van dagvaarding van 15 juli 2021, met producties.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 juli 2021. Tijdens de mondelinge behandeling zijn namens Havensteder mevrouw [naam persoon 2] (medewerker Havensteder) en mevrouw [naam persoon 3] (wijkagent) verschenen, bijgestaan door de gemachtigde van Havensteder. [naam bewindvoerderskantoor] q.q. is niet verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen ter zitting is besproken.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op vandaag.

2..De vordering

2.1
Havensteder vordert bij dagvaarding bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, [naam bewindvoerderskantoor] q.q. te veroordelen het gehuurde met onmiddellijke ingang te ontruimen en te verlaten met alle daarin en/of daarop bevindende personen en/of zaken die zich vanwege [naam persoon 1] daar bevinden, voor zover deze laatste niet het eigendom van Havensterder zijn, door afgifte van de sleutels aan Havensteder ter beschikking te stellen, met veroordeling van [naam bewindvoerderskantoor] q.q. in de proceskosten.
2.2
Ter toelichting op haar vordering heeft Havensteder – zakelijk weergegeven en voor zover nu van belang – aangevoerd dat tussen Havensteder als verhuurster en [naam persoon 1] als huurder een huurovereenkomst bestaat voor de woning gelegen aan de [adres] te Rotterdam (hierna: het gehuurde). Er is sprake van jarenlange ernstige en structurele overlast veroorzaakt door [naam persoon 1] . De overlast bestaat uit het draaien van harde muziek, het toelaten van bezoekers (drugsgebruikers) in het gehuurde die samen met [naam persoon 1] geluidsoverlast veroorzaken, maar ook in het portiek rondhangen en richting omwonenden zich agressief en dreigend uitlaten. De politie moet regelmatig ter plaatste komen om aan de overlast een einde te maken. Havensteder heeft de afgelopen jaren [naam persoon 1] meermaals gesommeerd om te stoppen met het veroorzaken van overlast; dit zonder resultaat.
2.3
Gelet op het gedrag van [naam persoon 1] schiet hij toerekenbaar tekort in de nakoming van zijn verplichtingen die voortvloeien uit de wet, de huurovereenkomst en de toepasselijke algemene voorwaarden. Er is sprake van een onhoudbare situatie waardoor ingrijpen noodzakelijk is. Het belang van Havensteder om na een langere periode een einde te maken aan de voortdurende overlast weegt zwaarder dan het belang van [naam persoon 1] bij het behouden van het gehuurde.
2.4
Havensteder heeft een spoedeisend belang bij haar vordering. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Havensteder gemotiveerd toegelicht dat [naam persoon 1] op dit moment via een zorgmachtiging (gedwongen) is opgenomen, maar dat voor de momenten waarop hij
verlof heeft of een gedwongen opname niet meer aan de orde mocht zijn, de zekerheid moet bestaan dat hij niet terug kan keren naar het gehuurde om een nieuwe overlastsituatie te voorkomen.

3..Het verweer

[naam bewindvoerderskantoor] q.q. heeft geen verweer gevoerd.

4..De beoordeling

4.1
[naam bewindvoerderskantoor] q.q. is op de mondelinge behandeling op 23 juli 2021 niet verschenen. Uit de door Havensteder overgelegde originele dagvaarding is gebleken dat [naam bewindvoerderskantoor] q.q. correct voor de zitting is opgeroepen. Ook de overige bij wet voorgeschreven formaliteiten zijn in acht genomen, zodat verstek is verleend tegen [naam bewindvoerderskantoor] q.q.
4.2
Voor toewijzing van een vordering tot ontruiming in kort geding – welke toewijzing bijna altijd een definitief karakter heeft – is alleen plaats indien met een zeer grote mate van waarschijnlijkheid de bodemrechter tot eenzelfde oordeel zal komen en de uitkomst van de bodemprocedure, vanwege een spoedeisend belang aan de zijde van Havensteder, niet kan worden afgewacht.
4.3
Het spoedeisend belang vloeit voldoende voort uit het door Havensteder gestelde. Zij stelt en heeft voldoende onderbouwd dat [naam persoon 1] ernstige en structurele overlast veroorzaakt waar omwonenden last van hebben. Gelet hierop kan een bodemprocedure niet worden afgewacht. Havensteder heeft een spoedeisend belang bij haar vordering zodat zij in zoverre ontvankelijk is in haar vordering.
4.4
De vordering komt de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en zal dan ook worden toegewezen. Met dien verstande dat de ontruimingstermijn wordt gezet op drie dagen na betekening van dit vonnis.
4.5
[naam bewindvoerderskantoor] q.q. wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

5..De beslissing

De kantonrechter,
rechtdoende in kort geding:
veroordeelt [naam bewindvoerderskantoor] q.q. om het gehuurde ( [adres] te Rotterdam) binnen drie dagen na betekening te ontruimen met alle personen en zaken die zich vanwege [naam persoon 1] daar bevinden en het gehuurde onder overgave van de sleutels ter beschikking van Havensteder te stellen;
veroordeelt [naam bewindvoerderskantoor] q.q. in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Havensteder vastgesteld op € 253,27 aan verschotten en € 498,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44485