Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedures
- het exploot van dagvaarding van 28 augustus 2020, met producties;
- de incidentele conclusie tot voeging ex artikel 222 Rv juncto artikel 220 lid 2 en lid 3 Rv van Fidflex;
- de akte uitlating in het incident van [persoon A] ;
- het vonnis in het incident van 18 december 2020, waarin de zaak van [persoon A] – Fidflex is gevoegd met de zaak van Fidflex – [persoon A] ;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 13 januari 2021, waarin een mondelinge behandeling is bepaald in beide zaken;
- de voorafgaande aan de mondelinge behandeling aan de zijde van [persoon A] overgelegde brief van 22 februari 2021, met producties VIII tot en met XIII;
- de voorafgaande aan de mondelinge behandeling aan de zijde van Fidflex bij brief van
- het exploot van dagvaarding van 3 september 2020, met producties;
- de rolbeslissing van 29 september 2020, waarin Fidflex in de gelegenheid is gesteld om zich uit te laten over de bevoegdheid van de kantonrechter, nu Fidflex ook een vordering heeft ingesteld die van onbepaalde waarde is;
- de akte houdende uitlaten, tevens incidentele vordering tot voeging ex artikel 222 Rv juncto artikel 220 lid 2 en lid 3 Rv van Fidflex, met een productie;
- de akte uitlating in het incident van [persoon A] ;
- het vonnis in het incident van 18 december 2020, waarin de zaak van Fidflex – [persoon A] is gevoegd met de zaak van [persoon A] – Fidflex;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 13 januari 2021, waarin een mondelinge behandeling is bepaald in beide zaken;
- de voorafgaande aan de mondelinge behandeling aan de zijde van [persoon A] overgelegde brief van 22 februari 2021, met producties VIII tot en met XIII;
- de voorafgaande aan de mondelinge behandeling aan de zijde van Fidflex bij brief van
2..De vaststaande feiten
10 maart 2020 heeft de gemachtigde van Fidflex aan [persoon A] meegedeeld dat zij de factuur diezelfde dag dient te betalen. [persoon A] heeft de factuur niet voldaan.
- Reeds geplaatste kozijnen zijn verkeerd ingemeten
- Er ontbreken intreklatten om ze deugdelijk te bevestigen.
- Raamdorpels beschadigd.
- Vensterbanken ontbreken.
- Afwerking is meer werk door beschadiging muren binnen.
- Gevel moet hersteld worden.
- Diepere k-Vision kozijnen zijn nodig om het schade herstel netjes te maken.
- Er moet opnieuw een steiger gebouwd worden.
- Afvoeren van afval moet opnieuw georganiseerd worden.
€ 9.186,52 (inclusief btw) met betrekking tot het verrichten van stuc- en herstelwerkzaamheden in de woning.
3. De vordering van [persoon A]
4..Het verweer van Fidflex
5..De vordering van Fidflex
6..Het verweer van [persoon A]
7..De beoordeling van de vorderingen
22 juli 2019 blijkt dat hij ervan op de hoogte was dat de kozijnen in matzwart kunststof dienden te worden geleverd. Fidflex heeft dat in haar dagvaarding in de procedure tussen Fidflex en [persoon A] ook erkend met haar stelling “ [persoon A] heeft op enig moment aan [persoon B] laten weten dat zij had gekozen voor matzwarte kozijnen”. Gesteld noch gebleken is dat [persoon A] vervolgens aan [persoon B] heeft meegedeeld dat zij (toch) witte kozijnen wilde.
28 februari 2020- een factuur gestuurd, die geen betrekking heeft op de geleverde kozijnen maar wel op het plaatsen van (drie) kozijnen, en vervolgens op 2 maart 2020 een brief door haar gemachtigde laten uitgaan. Gesteld noch gebleken is dat partijen bij het sluiten van de overeenkomst een betalingstermijn zijn overeengekomen. De factuur van 28 februari 2020 bevat een betalingstermijn tot 10 maart 2020. [persoon A] was dus hoe dan ook op 25 februari 2020 dan wel op 2 maart 2020 niet in verzuim met betaling van de factuur. Reeds hierom is geen sprake van schuldeisersverzuim aan de zijde van [persoon A] .
aanvullendeschadevergoeding bestaande uit de herstelkosten als gevolg van de onjuiste plaatsing van de kozijnen. Daartoe wordt als volgt geoordeeld.
aanvullendeschadevergoeding bestaande uit de herstelkosten als gevolg van het slecht uitgevoerde stucwerk, zal in dit stadium van de procedure worden aangehouden.
8..De beslissing
woensdag 30 juni 2021 te 14.30 uurteneinde [persoon A] in de gelegenheid te stellen zich bij akte uit te laten of zij voornoemd bewijs wenst te leveren en,
- indien zij dat wil doen door schriftelijke bewijsstukken, zij die dan dadelijk bij die akte in het geding dient te brengen;
- indien zij getuigen wenst voor te brengen, zij in die akte opgave dient te doen van het aantal door haar voor te brengen getuigen met de verhinderdata aan beide zijden in de periode september tot en met november 2021, zodat onmiddellijk ter zitting een datum voor het getuigenverhoor kan worden bepaald; [persoon A] zal te zijner tijd zelf hebben zorg te dragen voor behoorlijke oproeping der getuigen en zal uiterlijk één week voor het getuigenverhoor de namen en de woonplaatsen van de te horen getuigen moeten opgeven aan de kantonrechter en de wederpartij;