Op 10 juni 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de moeder, de vader en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er bij [naam kind] sprake is van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die haar ontwikkeling ernstig belemmeren. De minderjarige heeft een belast verleden en heeft in de opvoedingsomgeving bij de ouders onvoldoende veiligheid en stabiliteit gekend. Dit heeft geleid tot gedragsproblematiek, hechtingsproblematiek en emotieregulatieproblemen. Hulpverlening in het vrijwillig kader is door de ambivalente houding van de ouders onvoldoende van de grond gekomen. De kinderrechter heeft geoordeeld dat een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat [naam kind] zich aan de jeugdhulp onttrekt.
De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, met ingang van 11 juni 2021 tot 4 november 2021. De kinderrechter heeft daarbij benadrukt dat het in het belang van [naam kind] is dat de huidige stabiele situatie wordt voortgezet, zodat zij kan profiteren van de geboden structuur en duidelijkheid. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat het belangrijk is dat er duidelijkheid komt over het perspectief van [naam kind] en dat de GI onderzoekt of zij na de zomervakantie kan deelnemen aan onderwijs buiten de instelling. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. A. Verweij, in tegenwoordigheid van mr. W.A. Graven als griffier.