In deze zaak heeft de kinderrechter op 25 juni 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, pleegouders en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De moeder, bijgestaan door mr. A.L. Witteveen, heeft verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI om de ondertoezichtstelling te verlengen. De moeder is van mening dat zij voldoende meewerkt aan de hulpverlening en dat de situatie in het vrijwillige kader kan worden opgelost. De pleegouders hebben echter aangegeven dat er meer hulpverlening nodig is voor [naam kind] en dat de huidige situatie veel spanning met zich meebrengt.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing zijn in het verleden al meerdere keren verlengd, en de kinderrechter acht het noodzakelijk om deze maatregelen opnieuw te verlengen. De kinderrechter heeft daarbij de psychische problematiek van de moeder en de noodzaak van extra hulpverlening voor [naam kind] in overweging genomen. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 1 juli 2022, in het belang van de verzorging en opvoeding van [naam kind].
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is vastgesteld op 6 juli 2021.