ECLI:NL:RBROT:2021:7857

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 juli 2021
Publicatiedatum
9 augustus 2021
Zaaknummer
C/10/619850 / JE RK 21-1544
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van complexe echtscheidingsproblematiek

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 12 juli 2021, wordt de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], verlengd voor de duur van een jaar. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die de ondertoezichtstelling aanvankelijk had aangevraagd. De kinderrechter heeft de zaak behandeld tijdens een mondelinge zitting met gesloten deuren, waarbij zowel de ouders als vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.

De kinderrechter constateert dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd door de voortdurende strijd tussen de ouders, die verschillende opvoedstijlen hanteren en niet in staat zijn om constructief met elkaar te communiceren. Ondanks eerdere hulpverlening en de inzet van de methodiek Complexe Scheidingen, zijn er geen significante verbeteringen waargenomen. De ouders zijn niet in staat om in het belang van [naam kind] te handelen, wat leidt tot een loyaliteitsconflict voor het kind.

De kinderrechter oordeelt dat de verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de ontwikkeling van [naam kind] te beschermen. De GI heeft aangegeven dat er geen toereikende middelen meer zijn om de communicatie tussen de ouders te verbeteren, en dat opvoedondersteuning in de thuissituatie noodzakelijk is. De kinderrechter benadrukt het belang van de betrokkenheid van de jeugdbeschermer en de noodzaak voor de ouders om hun strijd te staken, zodat [naam kind] onbelast contact kan hebben met beide ouders. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/619850 / JE RK 21-1544
Datum uitspraak: 12 juli 2021

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

locatie Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2014 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van
31 mei 2021, ingekomen bij de griffie op 9 juni 2021.
Op 12 juli 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de vader;
- de moeder;
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam 1] en [naam 2]
.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 7 augustus 2020 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 7 augustus 2021.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De GI heeft het verzoek tijdens de mondelinge behandeling gehandhaafd en als volgt toegelicht. Bij de start van de ondertoezichtstelling is de methodiek Complexe Scheidingen ingezet waarbij zicht is gehouden op de onderlinge communicatie tussen de ouders. Er wordt gezien dat er sprake is van veel strijd tussen de ouders en dat de ouders verschillende opvoedstijlen hanteren. De ouders vinden het moeilijk om in het belang van [naam kind] de juiste keuzes te maken. In de afgelopen periode is met de inzet van de methodiek Complexe Scheidingen weinig bereikt. [naam kind] zit klem tussen beide ouders en krijgt de ruimte niet om loyaal te zijn naar beide ouders. Dezelfde signalen worden gezien door de BSO, school en het wijkteam. Er is hulpverlening geadviseerd om de communicatie tussen de ouders te verbeteren, maar de vader staat hier niet voor open. Daarnaast verloopt de samenwerking met de vader niet altijd even soepel. Verder is [naam kind] is aangemeld voor de training ‘Piep zei de Muis’, maar zij hebben [naam kind] afgewezen omdat intensievere hulpverlening noodzakelijk is. Daarnaast is gedacht om speltherapie voor [naam kind] in te zetten, maar deze therapie is niet gericht op het systeem terwijl hier de kern van de problematiek ligt. Er lijken geen toereikende middelen meer te bestaan om de communicatie tussen de ouders te verbeteren. In de komende periode zal daarom worden ingezet op de opvoedvaardigheden van de ouders. Indien de hulpverlening onvoldoende van de grond komt, zal er moeten worden overgegaan tot een verderstrekkende maatregel.

De standpunten van de belanghebbenden

De vader heeft tijdens de mondelinge behandeling verweer gevoerd tegen het verzoek. Een verlenging van de ondertoezichtstelling heeft geen meerwaarde en is niet in het belang van [naam kind]. Het is van belang dat [naam kind] hulp krijgt van een psycholoog. In het afgelopen jaar zijn er geen stappen gezet en heeft de jeugdbescherming alleen maar voor meer schade gezorgd. De ouders zitten in een juridische strijd en dat is niet bevorderlijk voor de onderlinge communicatie. Het is van belang dat er duidelijke afspraken worden vastgelegd in een ouderschapsplan. De moeder gebruikt de jeugdbescherming als een schild en de vader voelt zich geïntimideerd. Verder is het onjuist dat de vader niet open staat voor hulpverlening. Hij heeft hulp gezocht binnen zijn netwerk en voert gesprekken met een psycholoog.
De moeder heeft tijdens de mondelinge behandeling ingestemd met het verzoek. Ondanks dat de doelen van de ondertoezichtstelling niet zijn behaald, heeft het gedwongen kader er wel toe geleid dat de vader toestemming heeft gegeven voor het verlengen van de identiteitskaart van [naam kind] en het Piep zei de Muis-traject. Het is erg jammer dat ‘Piep zei de Muis’ een gepasseerd station is. Dat betekent dat zwaardere hulpverlening nodig is. Het is niet mogelijk om samen met de vader de hulpverlening in het vrijwillig kader te realiseren. Het gaat steeds slechter met [naam kind] en het is noodzakelijk dat er passende hulpverlening voor hem wordt ingezet. Een ouderschapsplan is niet de oplossing. De vader komt afspraken niet na en wil geen hulp bij het maken van een ouderschapsplan.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
[naam kind] wordt nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling bedreigd. De ontwikkelingsbedreiging is gelegen in de voortdurende strijd tussen de ouders. Er is sprake van complexe echtscheidingsproblematiek waarmee [naam kind] wordt belast. Er zijn hierdoor zorgen over zijn sociaal-emotionele ontwikkeling.
[naam kind] zit klem tussen de ouders en ervaart een loyaliteitsconflict. [naam kind] heeft aangegeven dat hij het gevoel heeft dat hij het probleem tussen de ouders op moet lossen. [naam kind] is slechts 7 jaar oud.
De ouders zijn niet in staat om in het belang van [naam kind] op een constructieve wijze met elkaar te communiceren en diskwalificeren elkaar als ouder. In het afgelopen jaar is hulpverlening ingezet om de communicatie tussen de ouders te verbeteren, maar dit heeft tot onvoldoende resultaat geleid. De vader ziet geen meerwaarde in de hulpverlening en de samenwerking met de GI verloopt moeizaam. Het is positief dat de ouders individuele hulpverlening hebben gezocht bij een psycholoog, maar de zorgen over de onderlinge communicatie en de ontwikkeling van [naam kind] zijn onverminderd groot. De GI heeft [naam kind] aangemeld voor ‘Piep zei de Muis’, zodat hij kan leren omgaan met de spanningen tussen de ouders, maar de problematiek is inmiddels dusdanig ernstig dat deze training niet meer toereikend wordt geacht en daardoor niet van start is gegaan.
In de komende periode is het noodzakelijk dat er iets gaat veranderen om de ontwikkelingsbedreiging van [naam kind] te weg te nemen. De GI heeft aangegeven dat er geen toereikende middelen meer lijken te bestaan om de communicatie tussen ouders te verbeteren. De GI is daarom voornemens om als laatste middel opvoedondersteuning in de thuissituatie bij beide ouders in te zetten. Gelet op de complexiteit van de problematiek acht de kinderrechter de betrokkenheid van de jeugdbeschermer in de komende periode noodzakelijk om zicht te houden op de ontwikkeling van [naam kind] en om passende hulpverlening in te zetten. Het is van groot belang dat de ouders in het belang van [naam kind] hun langdurige strijd staken en de schadelijke negatieve patronen doorbreken zodat [naam kind] onbelast contact kan hebben met zijn beide ouders.
De kinderrechter zal gelet op het voorgaande de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 7 augustus 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 juli 2021 door
mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.A. Graven, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 19 juli 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.