ECLI:NL:RBROT:2021:7866

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 juni 2021
Publicatiedatum
9 augustus 2021
Zaaknummer
C/10/616921 / KG ZA 21-290
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over rectificatie van kredietrapportages en geldvordering tussen Brainnet B.V. en Dun & Bradstreet B.V.

In deze zaak heeft Brainnet B.V. een kort geding aangespannen tegen Dun & Bradstreet B.V. (D&B) met als doel rectificatie van onjuiste kredietrapportages en een geldvordering. Brainnet, een bedrijf dat interim-professionals in de ICT-sector bemiddelt, betwistte de juistheid van de kredietrapportages die D&B had opgesteld. Volgens Brainnet was de Paydex-score, die het betaalgedrag van het bedrijf weergeeft, onjuist en gaf deze een vertekend beeld van hun betalingsgedrag. D&B, die kredietrapportages opstelt voor bedrijven, verdedigde zich door te stellen dat zij zorgvuldig te werk gaat en dat de informatie in de rapportages gebaseerd is op gegevens van derden. De voorzieningenrechter oordeelde dat het niet aannemelijk was dat D&B onzorgvuldig had gehandeld en wees de vorderingen van Brainnet af. De rechter concludeerde dat D&B haar rapportages op een zorgvuldige manier had samengesteld en dat Brainnet niet had aangetoond dat de rapportages onrechtmatig waren. De vorderingen tot rectificatie en schadevergoeding werden afgewezen, en Brainnet werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/616921 / KG ZA 21-290
Vonnis in kort geding van 22 juni 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BRAINNET B.V.,
gevestigd te Nieuwegein,
eiseres,
advocaten mrs. S.W. Holterman en D.G.A. Cox te Utrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DUN & BRADSTREET B.V.,
handelend onder de naam Altares,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaten mrs. A.W. de Man en E. Jagt te Amsterdam.
Partijen worden hierna Brainnet en D&B genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 26 april 2021, alsmede de producties van Brainnet;
  • de brief van mr. Jagt van 28 mei 2021, met producties;
  • de mondelinge behandeling gehouden op 1 juni 2021;
  • de pleitnota van Brainnet, met daarin een wijziging van eis;
  • de pleitnota van D&B.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2..De feiten

2.1.
Brainnet helpt organisaties bij het zoeken, vinden en selecteren van interim-professionals in de ICT-sector. Zij leent arbeidskrachten in van opdrachtnemers en leent deze uit aan haar klanten. Klanten betalen Brainnet en Brainnet betaalt haar opdrachtnemers.
2.2.
D&B maakt haar bedrijf van het aanbieden van tools en advies aan haar klanten voor het door hen nemen van krediet-, marketing- en aankoopbeslissingen. Onderdeel daarvan zijn de kredietrapportages die D&B opstelt waarin de financiële situatie en het betaalbedrag van een bedrijf staan weergegeven. D&B maakt onderdeel uit van het netwerk van het in Amerika gevestigde Dun & Bradstreet (hierna: D&B US).
2.3.
In de kredietrapportages van D&B wordt het betaalgedrag van een onderneming uitgedrukt met de zogeheten ‘Paydex’ die weergeeft hoe snel een bedrijf zijn facturen betaalt. De Paydex wordt weergegeven met een getal tussen de 20 en 100, waarbij een Paydex van 100 aangeeft dat het betreffende bedrijf altijd 30 dagen vóór het verstrijken van de afgesproken betalingstermijn haar facturen voldoet, een Paydex van 80 aangeeft dat het bedrijf haar facturen altijd op de uiterste dag van de afgesproken betalingstermijn voldoet en een Paydex van 20 dat het betreffende bedrijf de betaaltermijn met 120 dagen overschrijdt. De Paydex wordt bepaald aan de hand van de betalingservaringen die op basis van het DunTrade Programma door deelnemende bedrijven (
trade partners) met D&B US zijn gedeeld. De deelnemende bedrijven zijn afkomstig uit allerlei sectoren.
2.4.
In de kredietrapportages van D&B wordt ook melding gemaakt van de zogeheten ‘Faillissementsscore’. De Faillissementsscore is een voorspellende indicator voor bedrijfsfaillissementen. Hoe hoger de Faillissementsscore, hoe beter de status van dat bedrijf en hoe kleiner de kans dat dit bedrijf binnen de volgende 12 maanden haar activiteiten zal staken.
2.5.
De kredietrapportages vermelden daarnaast een zogeheten ‘D&B Rating’. Deze rating bestaat uit een financiële sterkte -code die is gebaseerd op het netto eigen vermogen van het betreffende bedrijf, alsmede de zogeheten ‘Risicofactor’. De Risicofactor geeft het risico weer wanneer met het betreffende bedrijf transacties aangegaan worden. Deze wordt uitgedrukt in een getal van 1 tot en met 4, waarbij 1 een minimaal risico weergeeft en 4 een aanzienlijk risico betekent. De Risicofactor is onder meer gebaseerd op de Faillissementsscore. Aan de hand van de D&B Rating geeft D&B een aanbeveling over het maximum te verlenen krediet aan een onderneming. Hierbij worden ook de bedrijfsactiviteiten en de omvang van de onderneming meegewogen.
2.6.
D&B heeft over Brainnet verschillende kredietrapportages opgesteld. Eind april 2020 heeft Brainnet een kredietrapportage in verband met haar eigen onderneming bij D&B opgevraagd. In deze kredietrapportage (kredietrapportage 1) geeft D&B het volgende oordeel over de kredietwaardigheid van Brainnet:
2.7.
Bij brief van 28 mei 2020 heeft Brainnet aan D&B gemeld dat zij onjuistheden in de kredietrapportage had geconstateerd en heeft Brainnet D&B verzocht deze onjuistheden aan te passen. In deze brief staat voor zover van belang het volgende:
“(…) De rapportage vermeldt (…) dat Brainnet ‘prompt betaalgedrag vertoont of iets vertraagd’. Volgens de rapportage zou Brainnet haar facturen met een lichte vertraging betalen, namelijk 15 dagen buiten de betaaltermijn. Die informatie is onjuist. De daaraan gekoppelde ‘Paydex-score’ van 70 is dan ook te laag, evenals het bedrag dat is opgenomen onder ‘aanbeveling van het maximumkrediet’ (…) en de hoogte van het ‘hoogste achterstallige bedrag’ (van € 49.920,-). Wij lichten een en ander hierna toe.
De betaaltermijnen die Brainnet in de contractuele verhoudingen met haar wederpartijen hanteert, wijken af van de door D&B gehanteerde maatstaven. Brainnet betaalt haar facturen te allen tijde binnen deze met haar wederpartijen overeengekomen betaaltermijnen. Er is dan ook geenszins sprake van een (lichte) vertraging.(…)”
2.8.
Om na te gaan of D&B de aanpassingen had doorgevoerd heeft Brainnet op 30 juni 2020 een nieuwe kredietrapportage opgevraagd bij D&B. In deze kredietrapportage (kredietrapportage 2) geeft D&B het volgende oordeel over de kredietwaardigheid van Brainnet:
2.9.
Bij brief van 21 juli 2020 heeft Brainnet D&B gesommeerd de kredietrapportages alsnog aan te passen. Bij e-mailbericht van 14 augustus 2020 heeft D&B voor zover van belang het volgende aan Brainnet bericht:
“(…) De D&B afdeling verantwoordelijk voor het DunTrade Programma meldt ons dat zij het onderzoek hebben afgerond. Zij hebben alle deelnemers aan het DunTrade Programma welke betalingservaring hebben aangeleverd van Brainnet benaderd. De betrokken deelnemers hebben stuk voor stuk bevestigd dat de door hen verstrekte gegevens m.b.t. de laattijdige betaling door Brainnet correct zijn.
Nu zal wellicht de 1ste vraag die bij u opkomt zijn: “wie zijn dit dan?”. Op deze vraag moet ik het antwoord schuldig blijven. In het DunTrade Programma zijn geheimhoudingsovereenkomst gesloten met deelnemers en om die reden zijn de namen ook bij mij onbekend (deze worden niet met ons gedeeld).
Op zich is dit ook geen enkel probleem aangezien uw cliënt zelf zeer eenvoudig, door een controle in de crediteurenadministratie, kan identificeren welke facturen geheel of gedeelte later zijn of worden betaald, dan op de factuur vermeldde factuurvervaldatum. (…)”
2.10.
Brainnet heeft daarop handmatig al haar facturen in de periode 1 januari 2019 tot en met 31 oktober 2020 in een Excel-bestand verwerkt en heeft dit overzicht in december 2020 met D&B gedeeld.
2.11.
D&B heeft op 10 december 2020 aan Brainnet bericht dat het Excel-bestand in haar optiek onvoldoende was om over te gaan tot aanpassing van de kredietrapportages. D&B heeft Brainnet verzocht om ten aanzien van de in het Excel-bestand opgenomen facturen waarvan betaling door Brainnet was opgeschort (5.617 facturen in totaal) de navolgende gegevens te verstrekken: leverancier; factuurnummer; factuurbedrag; betaaldatum op factuur; feitelijke betaaldatum; reden van verlate betaling; naam contactpersoon met wie andersluidende afspraken zijn gemaakt en bewijs dat de inleenovereenkomst van Brainnet van toepassing is. Aan dit verzoek heeft Brainnet geen gehoor gegeven.
2.12.
Op 11 december 2020 ontving Brainnet op haar verzoek opnieuw een kredietrapportage van D&B. Deze kredietrapportage (kredietrapportage 3) geeft het volgende beeld:
2.13.
Naar aanleiding van het verzoek van Brainnet van 8 januari 2021 om de gegevens in de kredietrapportage aan te passen heeft D&B bij e-mailbericht van 21 januari 2021 aangeboden om in de kredietrapportage de betalingservaringen en de Paydex-score te verwijderen. Als bijlage heeft D&B een kredietrapportage van 20 januari 2021 gevoegd. Deze kredietrapportage (kredietrapportage 4) geeft het volgende beeld:
2.14.
Bij e-mailbericht van 12 maart 2021 heeft Brainnet aan D&B bericht dat zij niet kan instemmen met de door D&B aangedragen oplossingen.
2.15.
Na overleg tussen de advocaat van Brainnet en de
Legal Counselvan D&B heeft D&B haar Trade team opdracht gegeven nogmaals met alle
trade partnersdie informatie hadden over Brainnet in overleg te gaan. Op 18 maart 2021 heeft D&B aan Brainnet bericht het onderzoek te hebben afgerond. D&B liet daarbij zien welke gevolgen dit had voor de rapporten ten aanzien van Brainnet door het verstrekken van een nieuwe kredietrapportage (kredietrapportage 5):

3..Het geschil

3.1.
Brainnet vordert – na wijziging van eis – dat het de voorzieningenrechter bij wege van voorlopige voorziening, moge behagen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. D&B, op straffe van verbeurdverklaring aan Brainnet van een direct opeisbare dwangsom van € 100.000,00, te vermeerderen met € 5.000,00 per dag of gedeelte daarvan dat D&B in gebreke is aan het vonnis te voldoen, dit met een maximum van
€ 5.000.000,00:
D&B te gelasten om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de onjuistheden in de kredietrapportage ten aanzien van Brainnet te herstellen zodat uit de kredietrapportage niet langer een Paydex-score van 75 voortvloeit, althans om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de juiste feitelijke gegevens ten grondslag te leggen aan haar rapportage zodat in de kredietrapportage niet langer is opgenomen dat Brainnet haar facturen te laat betaalt, althans op een andere in goede justitie te bepalen wijze en inhoud de onjuistheden te herstellen zodat een waarheidsgetrouw beeld van de kredietwaardigheid van Brainnet wordt geschetst;
D&B te verbieden de kredietrapportage ten aanzien van Brainnet te verspreiden totdat zij de rapportage conform de veroordeling als bedoeld onder A heeft hersteld;
D&B te gebieden de huidige betaalervaringen (waaruit volgt dat Brainnet haar facturen te laat zou voldoen) niet te betrekken in de beoordeling van de kredietwaardigheid van Brainnet, dan wel in de op te stellen kredietrapportages over Brainnet totdat D&B Brainnet in de gelegenheid heeft gesteld zich over deze betaalervaringen uit te laten;
&B te gebieden elke toekomstige betaalervaring over Brainnet op juistheid te controleren door deze ter verificatie aan Brainnet voor te leggen, alvorens zij overgaat tot het verbinden van conclusies aan die betaalervaring en het verwerken van die betaalervaring in de kredietrapportage ten aanzien van (de onderneming van) Brainnet, teneinde met inachtneming van de reactie van Brainnet haar kredietrapportage uit te brengen;
D&B te veroordelen tot betaling van € 100.000,00 bij wijze van voorschot op de door Brainnet geleden schade;
D&B te gebieden om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, aan alle partijen die ná 30 april 2020 een kredietrapportage ten aanzien van Brainnet hebben opgevraagd en ontvangen, per post en per e-mailbericht een rectificatie te verzenden, een en ander in zwart leesbare tekst, in lettertype 12, met de volgende inhoud zonder bijschrift en/of toevoeging:
‘Geachte heer, mevrouw,
U heeft in het (recente) verleden een kredietrapportage opgevraagd ten aanzien van Brainnet B.V. De in deze rapportage opgenomen Paydex-score is onjuist. Als bijlage bij deze brief treft u een actuele rapportage aan met daarin een juiste vermelding van de Paydex-score. Wij bieden onze welgemeende excuses aan voor de ontstane verwarring.
Met vriendelijke groet,
Dun & Bradstreet B.V., mede namens Altares B.V.
[persoon A] en [persoon B] ’
2. D&B te veroordelen in de proceskosten en in de nakosten, beide te vermeerderen met de wettelijke rente hierover met ingang van vijf dagen na de dag waarop het vonnis is gewezen tot de dag van algehele voldoening.
3.2.
D&B voert verweer dat strekt tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van Brainnet in de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

Ten aanzien van het spoedeisend belang

4.1.
De voorzieningenrechter is op grond van artikel 254 Rv in alle spoedeisende zaken
waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt
vereist, bevoegd deze te geven. Van een spoedeisende zaak in hiervoor bedoelde zin is
sprake als van de eiser niet kan worden gevergd dat hij de uitkomst van een
bodemprocedure afwacht. Met de stelling van Brainnet dat zij schade leidt zolang de kredietrapportages met onjuiste informatie worden verspreid is het spoedeisend belang bij het gevorderde gegeven. Of de vorderingen van Brainnet op materiële gronden kunnen worden toegewezen wordt hierna beoordeeld.
Ten aanzien van het gevorderde onder 1A, 1B, 1C en 1D
4.2.
Brainnet legt aan haar vorderingen ten grondslag dat D&B onrechtmatig en in strijd met de maatschappelijke betamelijkheid die zij jegens Brainnet in acht heeft te nemen handelt door willens en wetens onjuiste kredietinformatie te verspreiden over Brainnet. De in de rapportage opgenomen Paydex-score is onjuist aangezien Brainnet al haar facturen binnen de overeengekomen termijn betaalt, tenzij zij een geldige en gegronde reden heeft om haar betalingsverplichting op te schorten. D&B is bij het opstellen van de kredietrapportage uitgegaan van onjuiste informatie van opdrachtnemers van Brainnet en heeft Brainnet geen reële mogelijkheid gegeven om de juistheid van haar standpunt te bewijzen. D&B heeft daarom de voor haar geldende maatschappelijke zorgvuldigheidsnormen geschonden, aldus Brainnet.
4.3.
D&B heeft hier tegenover gesteld dat zij haar rapportages zorgvuldig samenstelt, aan de verzoeken van Brainnet de vereiste aandacht heeft besteed en bij het beschikbaar stellen van de kredietrapportages aan haar afnemers de grenzen van hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt in acht heeft genomen en neemt.
4.4.
De kredietrapportages van D&B komen tot stand naar aanleiding van een opdracht door een afnemer. Een door D&B opgestelde kredietrapportage geeft in de kern een opvatting van D&B weer. Uit de onderliggende overeenkomst tussen D&B en de afnemer vloeien voor D&B verplichtingen jegens de afnemer voort, die zij dient na te komen. Daarbij dient zij echter ook acht te slaan op de belangen van de onderneming die het onderwerp is van de kredietrapportage. Niet in geschil is immers, dat aan de kredietrapportages van D&B in het maatschappelijk verkeer belang wordt gehecht. Het staat D&B dus in beginsel vrij om naar eigen inzicht dergelijke rapporten op te stellen en aan haar afnemers ter beschikking te stellen, mits zij jegens de onderneming waarop de rapportage ziet (zoals Brainnet) de grenzen van hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt in acht neemt. Bij het bepalen van die grenzen is de aard van de verstrekte informatie en het bedrijf van D&B van belang. Brainnet heeft onbetwist gesteld dat de door D&B aan haar afnemers verstrekte informatie over de kredietwaardigheid van een bedrijf, door die afnemers wordt betrokken bij beslissingen omtrent het al dan niet aangaan van overeenkomsten met dat bedrijf. Voorts is onbetwist dat het in de branche van Brainnet van groot belang is dat betalingen binnen de termijn geschieden. Dit alles brengt mee dat hoge eisen moeten worden gesteld aan de door D&B te betrachten zorgvuldigheid bij het doen van aannames en het daaraan verbinden van conclusies in haar kredietrapportages.
4.5.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat het op voorhand niet aannemelijk is dat D&B onzorgvuldig heeft gehandeld bij het doen van aannames en het daaraan verbinden van conclusies in haar kredietrapportages en overweegt daartoe als volgt.
4.5.1.
De voornaamste basis van de stelling van Brainnet dat D&B onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig jegens haar handelt is dat zij de in de rapportages voorkomende vertragingen in de betalingen niet herkent. Zij betwist de juistheid. Brainnet heeft aan D&B medegedeeld dat zij afwijkende afspraken maakt en dat zij gelet op de aard van haar onderneming geregeld een beroep op een opschortingsrecht moet doen. Omdat daarmee geen rekening wordt gehouden door D&B geeft de Paydex een onjuist beeld van de promptheid van betalen.
D&B heeft onbetwist gesteld dat zij werkt met een zorgvuldig ontwikkelde systematiek waarbij vaste protocollen gevolgd worden en waarbij gebruik wordt gemaakt van vele bronnen en data. D&B heeft bovendien voldoende onderbouwd dat de betaalervaringen die zij uit het DunTrade Programma van haar
trade partnersheeft ontvangen overeenkomen met het voor haar, D&B, kenbare daadwerkelijke betaalgedrag van Brainnet. Door Brainnet is niet betwist dat D&B de data die zij van haar
trade partnerskrijgt zorgvuldig controleert, ook om te voorkomen dat betwiste facturen zijn opgenomen in de betalingservaringen. Daarnaast heeft D&B haar
trade partnersop verzoek van Brainnet tot twee keer toe aangeschreven en verzocht de facturen die ten grondslag liggen aan de betalingservaringen ten aanzien van Brainnet te onderzoeken op juistheid. Pas na de tweede uitvraag hebben twee
trade partnersaangegeven dat de opgave dat bepaalde facturen vertraagd zouden zijn betaald mogelijk onjuist in het systeem waren opgenomen. Deze betalingservaringen zijn daarom door D&B buiten de daarop volgende kredietrapportages gehouden.
D&B heeft Brainnet de mogelijkheid geboden om nadere gegevens aan te leveren, zodat D&B, zonder de vertrouwelijkheid omtrent haar
trade partnerste schenden, nog verder onderzoek zou kunnen doen. Dat Brainnet daarvan, gelet op de omstandigheid dat het ruim 5500 transacties betrof, geen gebruik wilde maken komt voor haar eigen risico.
De zorgvuldigheid die D&B moet betrachten gaat niet zover dat zij verplicht was in plaats daarvan zelf de door Brainnet voorgestelde nadere onderzoeken te doen.
4.5.2.
Ter zitting is voorts komen vast te staan dat uit het door Brainnet zelf verrichte onderzoek is gebleken dat in ieder geval in de afgelopen twee jaar 138 facturen na de betalingstermijn zijn betaald. Dat daarvoor wellicht goede gronden zijn en dat dit slechts een zeer klein deel van de betalingen betreft neemt dat feit, dat meebrengt dat zij niet altijd alle betalingen binnen de termijn doet, niet weg. De door de
trade partnersverstrekte gegevens zijn dus niet noodzakelijkerwijs onjuist.
4.5.3.
D&B heeft aan Brainnet voorgesteld om de Paydex-score weg te halen uit de rapportage en in plaats daarvan een toelichting op te nemen waarin tot uiting zou komen dat Brainnet afwijkende betaalafspraken met haar leveranciers maakt en haar een beroep op een opschortingsrecht toekomt zodat D&B geen uitspraken zou kunnen doen over het betaalbedrag van Brainnet. Dat Brainnet hier geen gebruik van heeft willen maken kan niet aan D&B worden tegengeworpen. D&B moet weliswaar rekening houden met de belangen van Brainnet, maar de door D&B in acht te nemen zorgvuldigheid strekt niet zo ver dat zij moet afwijken van de conclusies die voortvloeien uit door haar verzamelde gegevens om aan de wensen van Brainnet tegemoet te komen.
4.6.
Gelet op het voorgaande zou de enige onrechtmatigheid gelegen kunnen zijn in het aanvankelijk meenemen van de betalingservaringen die D&B uiteindelijk heeft verwijderd.
Daaruit vloeit echter niet voort dat vermelding van een Paydex van 75, als genoemd in vordering 1A, onrechtmatig was. Die Paydex, die dicht bij 80 ligt en op zichzelf dus ook niet ongunstig dan wel evident schadelijk is, zou immers kennelijk ook bereikt zijn zonder de later verwijderde ervaringen. Om die reden zijn de vorderingen onder 1A en 1B niet toewijsbaar.
4.6.1.
Ten aanzien van de vorderingen onder 1C en 1D, geldt dat Brainnet ten onrechte van D&B vergt dat deze haar, Brainnet’s, belangen zonder meer voorop stelt. D&B biedt haar afnemers onafhankelijke kredietrapportages over, onder meer, Brainnet. Daarmee valt niet te verenigen dat zij steeds met Brainnet ruggenspraak zou moeten houden alvorens zij een rapport uitbrengt aan haar afnemer, ook als dat rapport na zorgvuldig onderzoek tot stand is gekomen. Dat D&B zorgvuldig onderzoek heeft gedaan en doet is voldoende aannemelijk geworden. Brainnet kan, als derde met wie D&B geen contractuele band heeft, van haar niet verlangen dat D&B het onderzoek uitvoert op de manier die Brainnet het meest geschikt acht. Dat, wellicht, concurrenten van D&B daartoe wel bereid zijn maakt dat niet anders.
D&B wijst de afnemers van de rapportages daarnaast op de omstandigheid dat bepaalde informatie uit de rapportages onjuist kunnen zijn en dat het de eigen verantwoordelijkheid van de afnemers is om vast te stellen of de informatie voldoende is voor het door de afnemer gewenste verbruik. Dat sprake zal zijn van onrechtmatig handelen in de toekomst is tegen die achtergrond niet aannemelijk geworden. De vorderingen onder 1C en 1D worden daarom afgewezen.
Ten aanzien van het gevorderde onder 1E
4.7.
Brainnet vordert betaling van een bedrag van € 100.000,00 bij wijze van voorschot op de door haar geleden schade. Met betrekking tot een geldvordering in kort geding is terughoudendheid bij toewijzing op zijn plaats. Bij de beoordeling speelt een rol of de vordering voldoende aannemelijk is, of een onmiddellijke voorziening vereist is en of er een restitutierisico is.
4.8.
Onvoldoende onderbouwd is dat een onmiddellijke voorziening is vereist, zelfs als wordt aangenomen dat een of meer van de rapportages 1 tot en met 4 onrechtmatig is/zijn geweest. De stelling van Brainnet, dat zij belang heeft bij een voorschot op de door haar geleden schade omdat de uiteindelijke schadevergoedingsprocedure nog vele jaren kan voortduren en Brainnet al die tijd in onzekerheid zal blijven verkeren, is daartoe onvoldoende. Zo is door Brainnet niet gesteld dat zij financieel in zwaar weer verkeert of dat er een andere reden is waarom niet van haar verlangd kan worden dat zij de uitkomst van een bodemprocedure op dit punt afwacht.
4.9.
Gelet op het voorgaande dient ook deze vordering te worden afgewezen, zonder dat op de verdere twistpunten behoeft te worden ingegaan.
Ten aanzien van het gevorderde onder 1F
4.10.
Op basis van het voorgaande moet worden aangenomen dat in elk geval kredietrapportage 5, waarin de herziene gegevens zijn verwerkt, op basis van voldoende zorgvuldig handelen tot stand gekomen is. Voor rectificatie zouden hoogstens in aanmerking kunnen komen de rapportages tussen 30 april 2020 en 18 maart 2021. Nu kredietrapportages, naar tussen partijen als zodanig niet in geschil is, per definitie momentopnames zijn en de beslissingen waarvoor die rapportages door afnemers werden gevraagd hoogstwaarschijnlijk reeds zijn genomen bestaat bij een veroordeling tot rectificatie onvoldoende (spoedeisend) belang. Ook dit onderdeel wordt afgewezen.
Ten aanzien van het gevorderde onder 2 - de proceskosten
4.11.
Brainnet wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van D&B worden begroot op:
- griffierecht € 2.076,00
- salaris advocaat
€ 1.016,00
Totaal € 3.092,00

5..De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Brainnet in de proceskosten, aan de zijde van D&B tot op heden begroot op € 3.092,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2021.
2180/106