ECLI:NL:RBROT:2021:7886
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de toepassing van de Wet WIA
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J. Berkouwer, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. S. Roodenburg. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, waarin werd vastgesteld dat hij vanaf 2 december 2019 56,32% arbeidsongeschikt is. Eiser was eerder 80 tot 100% arbeidsongeschikt en ontving een loongerelateerde uitkering die later werd omgezet in een loonaanvullingsuitkering. De rechtbank heeft het procesverloop en de besluiten van verweerder beoordeeld, waarbij verweerder in eerdere besluiten de arbeidsongeschiktheid van eiser heeft herbeoordeeld op basis van rapportages van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapportage van 14 april 2020 een aangepaste Functionele mogelijkhedenlijst (FML) heeft opgesteld, waarin rekening is gehouden met de medische situatie van eiser, waaronder zijn Autismespectrumstoornis (ASS) en slaapapneu. De rechtbank oordeelt dat het onderzoek door de verzekeringsarts zorgvuldig is verricht en dat de conclusies van verweerder juist zijn. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat hij meer beperkt is dan vastgesteld, maar de rechtbank concludeert dat de door eiser ingediende medische stukken geen aanleiding geven om te twijfelen aan de medische beoordeling door verweerder.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en eiser geen gelijk gegeven. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.