Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Bestuursrecht
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 augustus 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres,
de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Naar de mening van eiseres is voor het antwoord op de vraag of het werkgeverschap van de Arbowet is overgegaan van uitlener [eiseres] op inlener [bedrijf C] beslissend of [bedrijf C] de werkzaamheden waarvoor een radioman dek van [eiseres] werd ingeschakeld ook zelf pleegt te verrichten. Dit is volgens eiseres het geval, zoals ook staat vermeld op een door eiseres overgelegde bestelbon van [bedrijf C] . [bedrijf C] heeft als enige instructiemacht in haar laad- en losproces. Het is de radioman dek niet toegestaan tijdens het werk zijn telefoon te gebruiken. Nu [eiseres] uitsluitend [persoon B] ter beschikking heeft gesteld (en niet een supervisor of collega) ontbrak door het telefoonverbod zelfs de mogelijkheid om instructies van [eiseres] te vragen. [bedrijf C] is om deze redenen inlener en als inlener wettelijk verantwoordelijk voor veilige werkomstandigheden.
Uit de “Werkinstructie externe radioman”, welke door [bedrijf C] aan [persoon B] is overhandigd volgt dat [persoon B] in zijn functie van radioman dek bevoegd was tot het voorzichtig verwijderen van een vastzittende stekker. Daarnaast heeft eiseres in bezwaar een bestelbon van [bedrijf C] overgelegd betreffende het schip “ [naam vaartuig 2] ”. Dit document betreft een bestelling door [bedrijf C] van een radioman dek en een stekkerdraaier op 16 en 17 juni 2018. Zoals door eiseres aangevoerd en ter zitting nader toegelicht toont dit bestelformulier aan dat [bedrijf C] voor het tijdvak gelegen tussen 16 juni 22:45 uur en 17 juni 14:45 uur “eigen mensen van [bedrijf C] ” heeft ingezet als radioman dek en stekkerdraaier. Nu deze werkzaamheden door [bedrijf C] zelf worden verricht staat vast dat de werkzaamheden van de heer [persoon B] als radioman dek niet kunnen worden aangemerkt als specifieke werkzaamheden. De verklaring van [persoon C] , Health & Safe Manager van [bedrijf C] met de strekking dat de radioman dek specialistisch werk doet dat [bedrijf C] zelf niet doet en waarvoor zij daarom externe professionals inhuurt acht de rechtbank in het licht van de werkinstructie en de tekst op het bestelformulier op zichzelf onvoldoende om aan te nemen dat het hier inderdaad gaat om specialistisch werk dat [bedrijf C] zelf niet doet. Er bevinden zich in het dossier geen stukken die deze verklaring van [bedrijf C] ondersteunen. Verweerder had zijn conclusie dat [bedrijf C] deze werkzaamheden zelf niet verricht dus niet enkel en alleen op deze verklaring van [persoon C] kunnen baseren. Uit hetgeen eiseres aanvoert blijkt voorts, dat het voor eiseres niet mogelijk was om toezicht te houden op [persoon B] bij de uitvoering van zijn werk. De documenten tussen [eiseres] en [bedrijf C] waarin de inschakeling van [persoon B] is geregeld zijn summier. Beslissend is dat die documenten geen aanwijzingen inhouden, dat partijen de bedoeling hadden om inlening door [bedrijf C] uit te sluiten. Verweerder heeft de rechtbank ook ter zitting niet kunnen overtuigen van het feit dat in het geval van [persoon B] geen sprake is geweest van terbeschikkingstelling.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht van € 345,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.992,-.