In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 juli 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2012, en de bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing aan de moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind, dat slachtoffer is van de moeizame relatie tussen de ouders. De moeder heeft de zorg voor het kind, terwijl de vader ook betrokken is. De gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar en bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing die aan de moeder was gegeven. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder en de vader zijn gehoord. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de verzoeken, terwijl de vader deze steunt. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft, gezien de zorgen over de thuissituatie en de communicatie tussen de ouders. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 2 juli 2022 en de schriftelijke aanwijzing bekrachtigd, met uitzondering van een onderdeel dat betrekking heeft op een intensieve hulpverlening. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.