Op 5 januari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot rechterlijke machtiging op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het verzoek is ingediend door het CIZ met betrekking tot een cliënt die verblijft in Careyn, locatie de Torenhoeve te Hellevoetsluis. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 22 december 2020 is ingekomen. Bij dit verzoekschrift zijn verschillende bijlagen gevoegd, waaronder een indicatiebesluit en een medische verklaring.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 januari 2021 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt zelf, zijn advocaat mr. S. Lodder, en familieleden van de cliënt. De cliënt heeft aangegeven naar huis te willen, maar toonde verder geen verzet tegen zijn verblijf in het verpleeghuis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake is van verzet, wat betekent dat niet voldaan is aan de voorwaarden voor verplichte zorg volgens de Wzd.
De rechtbank heeft het verzoek tot rechterlijke machtiging afgewezen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De mondelinge uitspraak is gedaan door mr. P. Vrolijk, rechter, in aanwezigheid van M. Streefland, griffier, en is op 6 januari 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.