ECLI:NL:RBROT:2021:820
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van spoedeisende bestuursdwang bij brandonveilige situatie in kantoorpand
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam en een groep eisers die in een kantoorpand woonden. Het college had op 4 oktober 2019 spoedeisende bestuursdwang toegepast, wat resulteerde in de sluiting van het pand voor bewoning. Dit besluit volgde op een brand in het pand, waarbij ernstige brandveiligheidsproblemen werden vastgesteld door de brandweer. De eisers, die als kwetsbare groep in de woningmarkt worden beschouwd, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college, omdat zij van mening waren dat hun belangen onvoldoende waren meegewogen en dat er alternatieven voor de sluiting beschikbaar waren.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had besloten tot spoedeisende bestuursdwang, gezien de acute brandgevaarlijke situatie die was vastgesteld. De rechtbank benadrukte dat de veiligheid van de bewoners en omwonenden voorop stond en dat het college bevoegd was om zonder voorafgaande last op te treden. De rechtbank heeft ook de argumenten van de eisers over de proportionaliteit van de maatregel en de inbreuk op hun huisrecht onder artikel 8 van het EVRM beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat de inbreuk gerechtvaardigd was in het belang van de openbare veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers procesbelang hadden, ondanks dat zij niet meer terug konden naar het pand, omdat zij schade hadden geleden door de bestuurlijke besluitvorming.