ECLI:NL:RBROT:2021:8205

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 juli 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
C/10/617246 / JE RK 21-1057
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met complexe gedragsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 juni 2021 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 8 juli 2021 en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om deze verlenging met een jaar. De moeder van [naam kind] heeft ingestemd met dit verzoek, terwijl de vader niet is verschenen tijdens de zitting. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] sinds kort weer bij de moeder woont na een periode van gesloten plaatsing vanwege gedragsproblematiek. De moeder werkt samen met de GI en ontvangt ondersteuning van de Opvoedpoli. De kinderrechter oordeelt dat, hoewel de thuisplaatsing goed verloopt, de inzet van een jeugdbeschermer noodzakelijk blijft om de situatie te monitoren en verdere ondersteuning te bieden. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen tot 8 juli 2022, met de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/617246 / JE RK 21-1057
datum uitspraak: 30 juni 2021

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2012 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 21 april 2021, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum.
Op 30 juni 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. N. Aydoğan-Kütük,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam].
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 25 juni 2020 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot
8 juli 2021.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De afgelopen periode zijn heel positieve stappen gezet. [naam kind] woont weer thuis bij de moeder. Het gaat heel goed met hem. Er zijn nog wel zorgen over [naam kind], vanwege het gedrag dat hij de afgelopen jaren heeft laten zien. Het is belangrijk dat de ondertoezichtstelling wordt verlengd, zodat de huidige situatie wordt verstevigd en de moeder daarbij wordt ondersteund. De moeder werkt goed samen met de GI.

Het standpunt van de moeder

Namens en door de moeder is naar voren gebracht dat zij instemt met het verzoek van de GI. Er is sprake van een prille positieve ontwikkeling. [naam kind] woont sinds een week weer thuis. De moeder heeft weinig steun aan de vader. Hoewel er een jeugdbeschermer betrokken is, moet de moeder nog veel zelf regelen. Zo moet er vervoer worden geregeld voor [naam kind], zodat hij naar school kan. De moeder werkt hard om dit te regelen.
De moeder ervaart de ondersteuning van de GI als heel prettig. De Opvoedpoli komt volgende week weer langs bij de moeder. Hopelijk kan de Opvoedpoli meedenken over de invulling van de schoolvakantie. Na de zomer kan [naam kind] wellicht naar een school in Barendrecht.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de afgelopen periode stappen in de goede richting zijn gezet. [naam kind] is tien maanden gesloten geplaatst geweest in Bergse Bos vanwege forse en complexe gedragsproblematiek. Hij woont sinds enkele dagen weer thuis bij de moeder en dit gaat heel goed. [naam kind] kan het huidige schooljaar afmaken bij Bergse Bos. De moeder en de GI zijn voor volgend schooljaar opzoek naar een passende school voor [naam kind]. Het is positief dat de moeder haar uiterste best doet om de zaken rondom [naam kind] op te pakken. Er is sprake van een goed contact tussen de moeder en de GI. Daarnaast wordt de moeder ondersteund door de Opvoedpoli.
Hoewel de thuisplaatsing van [naam kind] tot dusver voorspoedig verloopt, is de kinderrechter met de GI en de moeder van oordeel dat deze positieve ontwikkeling nog te pril is om aan te nemen dat de hulpverlening in het vrijwillige kader zonder meer toereikend is. De inzet van een jeugdbeschermer is nog noodzakelijk om zicht te houden op de thuisplaatsing van [naam kind] en om samen met de moeder de nodige zaken, zoals een nieuwe school en/of buitenschoolse activiteiten voor [naam kind], te regelen.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur van een jaar.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 8 juli 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2021 door mr. R.H. de Vries, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.C. van der Knaap als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 juli 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.