Op 19 juli 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 15 juli 2021 opgelegde crisismaatregel, waarbij betrokkene, die lijdt aan een psychotisch toestandsbeeld, eerder was opgenomen na agressief gedrag in de thuissituatie. Tijdens de mondelinge behandeling, die via een beeld- en geluidverbinding plaatsvond, werd betrokkene gehoord samen met zijn advocaat, mr. Ch.J. Nicolaï. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet van plan is terug te keren naar zijn huis, omdat hij van zijn echtgenote wil scheiden en tijdelijk bij zijn zus kan intrekken. De arts die betrokkene behandelde, verklaarde dat langdurige zorg nodig is om ernstig nadeel te voorkomen, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, aangezien betrokkene niet terugkeert naar zijn huis. Daarom heeft de rechtbank het verzoek van de officier van justitie afgewezen.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter H.I. Kernkamp-Maathuis en op 26 juli 2021 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.