Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde, waarbij de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het dreigen met een vuurwapen;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, alsmede oplegging van de 38v-maatregel voor de duur van 2 jaren onder dadelijke uitvoerbaarheid, inhoudende een contactverbod met aangever [naam slachtoffer] en een locatieverbod voor het woonadres van aangever, met een vervangende hechtenis van 1 week per overtreding met een maximum van 6 maanden.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feit
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 138 dagen;
180 (honderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
90 dagen;
€ 1.926,29, bestaande uit € 426,29 aan materiële schade en € 1.500 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 6 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van benadeelde [naam slachtoffer] te betalen
€ 1.926,29(hoofdsom), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 maart 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.926,29 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
29 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;