ECLI:NL:RBROT:2021:8341

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 juli 2021
Publicatiedatum
24 augustus 2021
Zaaknummer
622710
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing in gesloten jeugdhulp voor minderjarige

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 27 juli 2021, wordt een machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend voor de minderjarige [naam kind]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die op 23 juli 2021 een spoedmachtiging heeft aangevraagd. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders van [naam kind] niet verschenen, maar de minderjarige wel in de gelegenheid is gesteld om haar mening te uiten. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] momenteel verblijft in een gesloten jeugdhulpinstelling, Horizon te Harreveld, en dat er een positieve ontwikkeling gaande is. De ouders hebben ingestemd met een gefaseerde opbouw naar een tijdelijk verblijf bij de moeder, wat ook door [naam kind] wordt ondersteund. De kinderrechter oordeelt dat de machtiging noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen en dat het verblijf in de gesloten accommodatie noodzakelijk is om te voorkomen dat [naam kind] zich aan de jeugdhulp onttrekt. De machtiging is verleend tot 21 september 2021, met de mogelijkheid tot gefaseerde terugkeer naar de moeder.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaaknummer: C/10/622710 / JE RK 21-2022
datum uitspraak: 27 juli 2021

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

locatie Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2006 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind],
advocaat: mr. mr. G.H. Amstelveen, te Capelle aan den IJssel.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 23 juli 2021, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum;
- de verklaring als bedoeld in art. 6.1.2 van de Jeugdwet van 23 juli 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring als bedoeld in de artikelen 6.1.3, zesde lid, Jeugdwet en 6.1.2, zesde lid, Jeugdwet van 26 juli 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 27 juli 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de advocaat van de minderjarige, mr. G.H. Amstelveen;
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam].
De moeder en de vader zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen ter zitting.
[naam kind] is in de gelegenheid gesteld om haar mening kenbaar te maken. De kinderrechter stelt vast dat [naam kind] niet bereid was zich te doen horen, nu haar advocaat heeft aangegeven dat [naam kind] het niet nodig vond om te komen en dat [naam kind] achter het verzoek van de GI staat.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 19 januari 2021 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] laatstelijk verlengd tot 24 januari 2022. Tevens heeft de kinderrechter bij deze beschikking een machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van [naam kind] verleend tot 24 juli 2021.
Bij beschikking van 23 juli 2021 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van [naam kind] verleend voor de duur van vier weken, te weten tot 21 augustus 2021. De beslissing is voor het overige aangehouden.
[naam kind] verblijft in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp, te weten bij Horizon te Harreveld.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft een spoedmachtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken. Daarnaast is verzocht om aansluitend een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor de duur van een maand. Hiervan is reeds een gedeelte toegewezen waardoor thans nog moet worden beslist op de periode tot 21 september 2021.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] verblijft nu nog bij Horizon en is aangemeld bij Timon voor een vervolgplek. In het verzoekschrift staat ten onrechte vermeld dat dit bij Prokino zou zijn. Momenteel heeft Timon onvoldoende capaciteit waardoor er nog geen intakegesprek heeft plaatsgevonden. De moeder heeft aangeboden om [naam kind] ter overbrugging op te vangen. [naam kind] is het eens met de overbruggingsperiode bij de moeder. Beide ouders zijn het hier ook mee eens. [naam kind] blijft momenteel steeds drie, vier of vijf dagen bij de moeder en daarna gaat ze terug naar de groep. Op de groep wordt er goed in de gaten gehouden hoe het gaat bij de moeder. In de zomervakantie wordt er rustig opgebouwd richting een volledig verblijf bij de moeder.

Het standpunt van [naam kind]

Namens [naam kind] is ingestemd met het verzoek van de GI. [naam kind] is het eens met de gefaseerde opbouw naar het (tijdelijke) verblijf bij moeder. Ook kan zij zich vinden in het plan om bij haar moeder te verblijven, totdat er een plek bij Timon beschikbaar is. [naam kind] maakt op dit moment een positieve ontwikkeling door en zij zou het fijn vinden om op korte termijn bij Timon terecht te kunnen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Uit he verzoek van de GI blijkt dat van een dergelijke situatie sprake is.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] bij Horizon te Harreveld binnen de gesloten jeugdhulp verblijft. Inmiddels lijkt er sprake te zijn van een positieve ontwikkeling bij [naam kind]. Tegelijkertijd wordt gezien dat [naam kind] baat heeft bij de structuur, stabiliteit en de rust die haar binnen de gesloten jeugdhulp geboden worden. [naam kind] zou graag bij Timon willen toewerken naar zelfstandigheid. Momenteel is er nog geen plek bij Timon. Het is nog onduidelijk wanneer [naam kind] hier terecht zou kunnen. Wel kan [naam kind] met ingang van het nieuwe schooljaar weer terecht op haar oude school in Maasland. Vanuit Harreveld is dit - vanwege de reisafstand - niet mogelijk. De moeder heeft aangeboden om [naam kind] ter overbrugging op te vangen, zodat [naam kind] in september op haar oude school kan starten. [naam kind] en de ouders staan achter dit plan. In de zomervakantie wordt er gefaseerd toegewerkt naar het (tijdelijke) verblijf bij de moeder. [naam kind] verblijft momenteel steeds enkele dagen afgewisseld bij de moeder en op de groep. Op de groep wordt er goed in de gaten gehouden hoe het gaat bij de moeder. Een overgang ineens van Horizon naar de moeder wordt niet wenselijk geacht.
Uit het voorgaande volgt dat de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zal verlenen voor de periode van een maand, opdat gefaseerd kan worden toegewerkt naar het (tijdelijke) verblijf bij de moeder.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 21 september 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 juli 2021 door
mr. L. Amperse, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. Hermans, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 4 augustus 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.