ECLI:NL:RBROT:2021:8342

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 juli 2021
Publicatiedatum
24 augustus 2021
Zaaknummer
621346
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp

Op 27 juli 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige], die geboren is in 2004. De kinderrechter heeft een machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend voor de duur van vier maanden, tot 7 december 2021. Deze beslissing is genomen naar aanleiding van een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die aangaf dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont die zijn ontwikkeling ernstig belemmeren. De minderjarige verblijft momenteel bij de Studio’s van Horizon, waar hij problematisch gedrag vertoont en zich aan de hulpverlening onttrekt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de hulp onttrekt.

Tijdens de zitting is de minderjarige gehoord, evenals zijn moeder en een vertegenwoordiger van de GI. De minderjarige heeft ingestemd met het verzoek tot uithuisplaatsing, maar gaf aan dat hij het gevoel heeft dat een gesloten setting averechts voor hem werkt. De moeder van de minderjarige steunt het verzoek van de GI, omdat zij zich zorgen maakt over de toekomst van haar kind. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling de noodzaak van de uithuisplaatsing onderbouwd met de ernst van de situatie en de noodzaak om de minderjarige te helpen bij zijn ontwikkeling naar zelfstandigheid. De kinderrechter heeft de GI verzocht om twee weken voor de volgende zitting te rapporteren over de voortgang van de minderjarige en heeft de beslissing voor het overige aangehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaaknummer: C/10/621346 / JE RK 21-1804
datum uitspraak: 27 juli 2021

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

locatie Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2004 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] ,
advocaat: mr. H.W.F. Klarenaar, te Dordrecht
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 1 juli 2021, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum;
- de verklaring als bedoeld in artikel 6.1.2 van de Jeugdwet van 1 juli 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring als bedoeld in artikel 6.1.2, zesde lid, Jeugdwet van
19 juli 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 27 juli 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die voorafgaand aan de zitting ook apart is gehoord, bijgestaan door zijn
advocaat;
- de moeder;
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
De vader is, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen ter zitting.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 23 maart 2021 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] laatstelijk verlengd tot 8 maart 2022.
Bij beschikking van 6 april 2021 heeft de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend tot 7 augustus 2021.
[voornaam minderjarige] verblijft bij de Studio’s van Horizon.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging tot uithuisplaatsing verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 8 maart 2022.
De GI heeft het verzoek ter zitting gewijzigd en volgt toegelicht. [voornaam minderjarige] verblijft sinds
24 mei 2021 bij de Studio’s van Horizon. Er zijn veel ups en downs geweest. Het gaat nog steeds niet goed met [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] heeft een time-out gekregen vanwege zijn gedrag. Ook na de time-out heeft [voornaam minderjarige] zich niet gehouden aan de gemaakte afspraken. [voornaam minderjarige] is niet gemotiveerd. De grootste zorg op dit moment is dat [voornaam minderjarige] geen dagbesteding heeft. Het is belangrijk dat hier op korte termijn verandering in komt. [voornaam minderjarige] zal zich hiervoor zelf moeten inspannen. Er wordt gezien dat [voornaam minderjarige] andere jongeren mee neemt in zijn negatieve gedrag. Op de groep escaleert het regelmatig. Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige] gaat inzien dat hij zijn gedrag zal moeten veranderen. Als hij dit gedrag blijft vertonen, dan bestaat er een kans dat hij weg moet bij de Studio’s. Dit betekent dat er moet worden gezocht naar een nieuwe plek en dit zal dan een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met een strenger regime worden. Al met al is het van belang dat het verblijf van [voornaam minderjarige] bij de Studio’s wordt voortgezet.
De gedragswetenschapper stemt in met een machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van vier maanden. De GI wijzigt het verzoek conform de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper in die zin dat er wordt verzocht om een machtiging voor de duur van vier maanden en aanhouding voor het overige. De aankomende periode moet er naar zelfstandigheid worden toegewerkt. [voornaam minderjarige] wordt immers over niet al te lange tijd 18 jaar.

Het standpunt van [voornaam minderjarige]

Door en namens [voornaam minderjarige] is ter zitting ingestemd met het verzoek van de GI. [voornaam minderjarige] heeft op dit moment veel dingen aan zijn hoofd waardoor hij zich niet altijd aan de gemaakte afspraken kan houden. Hij ziet in dat hij de afgelopen periode te veel zijn eigen plan heeft getrokken. [voornaam minderjarige] probeert zich nu te focussen op de toekomst. Hij heeft een opleiding gevonden bij het ROC waar hij graag zou willen starten na de zomervakantie. [voornaam minderjarige] hoopt dat hij snel kan toewerken naar zelfstandigheid. Hij zou uiteindelijk graag een eigen huis willen in de vorm van een aanleunwoning. Yoeri heeft het gevoel dat een gesloten setting averechts werkt voor hem. [voornaam minderjarige] begrijpt echter dat het voor nu van belang is dat zijn verblijf bij de Studio’s wordt voortgezet. De advocaat van [voornaam minderjarige] heeft aangevoerd dat het belangrijk is dat [voornaam minderjarige] op eigen benen leert te staan. Dit maakt dat er namens [voornaam minderjarige] is verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te verlenen voor de duur van vier maanden, in lijn met de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper.

Het standpunt van de belanghebbende

Door de moeder is ter zitting ingestemd met het verzoek van de GI. De moeder maakt zich veel zorgen over [voornaam minderjarige] . Hij is zijn toekomst aan het vergooien. Het is van belang dat het verblijf bij de Studio’s voorlopig wordt voortgezet zodat [voornaam minderjarige] daar aan zichzelf kan werken.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Uit het verzoek van de GI blijkt dat van een dergelijke situatie sprake is.
[voornaam minderjarige] verblijft op dit moment bij de Studio’s, een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van Horizon. [voornaam minderjarige] laat bij de Studio’s nog altijd problematisch gedrag laat zien. [voornaam minderjarige] onttrekt zich aan de hulpverlening en vertoont zelfbepalend gedrag. Hij loopt veel weg bij de Studio’s, hij komt zijn afspraken niet na, hij heeft geen dagbesteding en hij lijkt zich hiervoor niet gemotiveerd te willen inzetten. Ook is sprake van middelengebruik.
Vanwege zijn gedrag is [voornaam minderjarige] in het kader van een time-out voor twee weken op een gesloten groep van Horizon in Alphen aan de Rijn geplaatst. Het doel van deze time-out was dat [voornaam minderjarige] kon nadenken over zijn gedrag en over de vraag hoe hij zijn gedrag zou kunnen verbeteren. Sinds de time-out is er echter nog geen verbetering in zijn gedrag zichtbaar. [voornaam minderjarige] houdt zich nog altijd niet aan de gemaakte afspraken. De vicieuze cirkel waarin [voornaam minderjarige] zich bevindt, is nog niet doorbroken. Dit is zorgelijk, zeker nu [voornaam minderjarige] over zeven maanden 18 jaar wordt en er dus in het kader van een gesloten plaatsing nog maar beperkte tijd beschikbaar is. [voornaam minderjarige] moet nu dus echt aan zichzelf gaan werken. [voornaam minderjarige] heeft aangegeven dat hij graag vanuit de Studio’s wil toewerken naar zelfstandigheid. Hiervoor is het van belang dat hij gemotiveerd raakt om mee te werken aan de geboden hulpverlening en dat hij zijn oude gedragspatronen leert doorbreken. Tegelijkertijd is het van belang dat hij een dagbesteding vindt. Een positieve ontwikkeling is dat [voornaam minderjarige] een opleiding heeft gevonden op het ROC waar hij naar verwachting na de zomervakantie kan starten.
De gedragswetenschapper heeft aangegeven dat er de komende periode gewerkt dient te worden aan het opstarten van therapie en opleiding, het reguleren en adequaat hanteren van verantwoordelijkheden en vrijheden binnen de huidige kaders van de geslotenheid, om zo stapsgewijs toe te werken richting zelfstandigheid. Gezien de geringe progressie die de afgelopen periode is bereikt heeft de gedragswetenschapper ingestemd met een verlening voor de duur van vier maanden in plaats van de aangevraagde periode tot het einde van de ondertoezichtstelling (te weten tot 8 maart 2022, de datum waarop [voornaam minderjarige] meerderjarig wordt). Dit om kritisch zicht te houden op het proces, te evalueren en bij te sturen richting het zelfstandigheidstraject.
Gezien het voorgaande ziet de kinderrechter aanleiding om de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te verlenen voor de duur van vier maanden conform de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper. De beslissing zal voor het overige worden aangehouden.
De GI wordt verzocht twee weken vóór de hierna vermelde zittingsdatum aan de kinderrechter te rapporteren omtrent de laatste stand van zaken (met afschrift aan de belanghebbenden en aan de advocaat van [voornaam minderjarige] ).
Indien het verzoek om een gesloten machtiging wordt gehandhaafd wordt de GI verzocht uiterlijk drie dagen voor de zitting een recente instemmingsverklaring over te leggen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 7 december 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige aan en bepaalt dat de behandeling van de zaak wordt aangehouden tot
11 november 2021 om 15:00 uur in het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100-125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. L. Amperse, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI en de belanghebbenden;
verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde datum de kinderrechter (met afschrift aan de belanghebbenden en mr. H.W.F. Klarenaar) de verzochte rapportage te doen toekomen;
gelast de oproeping van [voornaam minderjarige] tegen voornoemde zitting.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 27 juli 2021 door
mr. L. Amperse, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. Hermans, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 4 augustus 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.