Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[persoon A] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van Julia van 27 september 2018, met producties 1 t/m 18;
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie van [persoon A] c.s., met producties 1 t/m 39;
- de conclusie van antwoord in reconventie van Julia, met producties 19 t/m 42;
- de akte overleggen producties van Julia, met producties 43 en 44;
- de akte overleggen producties van Julia, met producties 45 en 46;
- de akte overleggen producties van [persoon A] c.s. met producties 40 t/m 46;
- de akte overleggen producties tevens akte eisvermeerdering van [persoon A] c.s., met productie 47;
- de akte overleggen producties van Julia met producties 47 t/m 58;
- de akte houdende vermeerdering van eis van Julia;
- de akte overleggen producties van Julia van 18 maart 2020, met producties 59 en 60;
- de brief van de zijde van [persoon A] c.s. van 13 maart 2020, met productie 48;
- de akte overleggen producties van Julia, met producties 61 t/m 70;
- de akte houdende vermeerdering van eis van Julia;
- de conclusie van repliek in conventie tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie van Julia;
- de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie tevens akte uitlaten producties tevens antwoordakte eisvermeerdering tevens vermeerdering van eis van [persoon A] c.s., met producties 49 t/m 61;
- de conclusie van dupliek in reconventie van Julia;
- de akte overleggen producties van Julia, met producties 71 t/m 73;
- het proces-verbaal van pleidooi, gehouden op 27 januari 2021;
- de spreekaantekeningen van mr. Kieffer voornoemd;
- de pleitnota van mr. Henriquez-Van de Wetering, voornoemd;
2..De feiten
[ Afbeelding opdrachtbevestiging met persoonsgegevens]
- Eerste klas kwaliteit, absoluut hufterproef
- 100 % leverbetrouwbaarheid
- Volledige ontzorging
- Schoonmaak en vuilverwerking kosten ( mensen, containers )
- Huurderving vanaf 1 april van tenminste 20 woningen
- Gefrustreerde leveranciers / onderaannemers die niet langer in jullie chaos wensen te werken en van werk weglopen. Daarom tegen veel hogere uurtarieven alternatieven zoeken en inzetten. (schilders, tegelzetters, timmerlui)
De lijst van gebreken en niet leveren is nog groter, maar het ontbreekt mij aan energie dit weer op te sommen. Jouw facturen zijn al lang geleden door mij geprotesteerd, voor zover nodig hierbij nogmaals (…).”
3..Het geschil
in conventie
- i) Julia te veroordelen tot het betalen aan [persoon A] (dan wel aan [bedrijf A] , als de rechtbank van mening zou zijn dat deze contractspartij zou zijn) van een schadevergoeding nader op te maken bij staat en tot vergoeding van de wettelijke rente daarover vanaf 24 maart 2018 althans vanaf 16 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, en haar te veroordelen tot betaling van een voorschot op die schadevergoeding ter hoogte van € 250.000,00 dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag, eventueel onder verrekening van een toegewezen bedrag in conventie;
- ii) dan wel Julia te veroordelen tot het betalen aan [persoon A] (dan wel aan [bedrijf A] als de rechtbank van mening zou zijn dat deze contractspartij zou zijn) van een in goede justitie te bepalen bedrag aan schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 maart 2018 althans vanaf 16 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, zulks eventueel onder verrekening van een toegewezen bedrag in conventie;
- iii) [persoon A] (dan wel [bedrijf A] als de rechtbank van mening zou zijn dat deze contractspartij zou zijn) ex artikel 3:299 BW te machtigen een derde in te schakelen die voor vervanging van de keukens, radiator-ombouwen en bed-achterwanden zorgdraagt en Julia te veroordelen om de kosten daarvan aan [persoon A] (dan wel aan [bedrijf A] ) te vergoeden en om Julia te veroordelen daarop aan VDM (dan wel aan Beheer B. V.) een voorschot te betalen van € 250.000,00, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag aan voorschot;
- iv) Julia te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 146.135,52 + P.M. aan schadevergoeding aan [persoon A] (dan wel aan [bedrijf A] ), zulks eventueel onder verrekening van een toegewezen bedrag in conventie, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 maart 2018 althans vanaf 16 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- v) te verklaren voor recht dat hetgeen door Julia geleverd is, hooguit een contractwaarde heeft van € 64.735,00 (in plaats van € 323.675,00);
- vi) Julia, voor zover niet reeds in conventie verrekend, te veroordelen tot terugbetaling van het teveel betaalde (zijnde het verschil tussen € 129.740,00 minus de contractwaarde als voormeld), althans tot terugbetaling van een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de rente vanaf de dag van betaling;
- vii) Julia te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 146.135,52 + P.M. aan schadevergoeding aan [persoon A] (dan wel aan [bedrijf A] als de rechtbank van mening zou zijn dat deze contractspartij zou zijn), zulks eventueel onder verrekening van een toegewezen bedrag in conventie, en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 maart 2018 althans vanaf 16 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- viii) Julia te voordelen tot het opheffen van alle ten laste van [bedrijf A] en [persoon A] gelegde beslagen, op haar kosten, binnen 2 dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis op straffe van een dwangsom van € 1.500,00 voor iedere dag dat Julia hiermee in gebreke blijft;
- ix) Julia te voordelen tot vergoeding van de door [bedrijf A] en [persoon A] door de beslaglegging gelden schade op te maken bij staat;
- x) Julia te veroordelen tot betaling van de beslagkosten van € 4.736,77 te verhogen met de wettelijke rente vanaf de datum van beslaglegging, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
- xi) Julia te veroordelen om, totdat de keukens, radiator-ombouwen en bed-achterwanden vervangen zijn, binnen twee dagen na ontvangst van een verzoek tot herstel, vallende binnen de gebruikelijke garantie(termijn) van 5 jaar, de ontvangst van dat verzoek schriftelijk te bevestigen en binnen 10 dagen na eerste ontvangst het gebrek te herstellen op straffe van een dwangsom van € 1.500,00 voor iedere dag dat Julia met tijdige bevestiging en/ of herstel in gebreke blijft, en te bepalen dat als Julia niet binnen 30 dagen na eerste ontvangst zoals voormeld over is gegaan tot herstel, [persoon A] dan wel [bedrijf A] bevoegd is een derde opdracht te geven het gebrek te herstellen op kosten van Julia;
4..De beoordeling
in conventie en in reconventie
- i) 2 maanden huurderving ten bedrage van € 28.197,16;
- ii) huur extra vuilcontainers ten bedrage van € 2.163,48;
- iii) kosten extra uitvoerder de heer [persoon E] € 24.139,50;
- iv) kosten extra uitvoerders, een bedrag van € 15.427,50;
- v) kosten bedrijven [bedrijf B] , [bedrijf C] en [bedrijf D] , een bedrag van € 16.259,12;
- vi) versnelde afschrijving keukens; een schadebedrag van € 258.940,00;
- vii) factuur [bedrijf E] vanwege opnieuw aanbrengen wandcontactdozen en trafoverlichting, een bedrag van € 2.778,16;
- viii) Geschatte schade vanwege het aanstellen van nieuwe aannemers € 28.191,00;
- ix) factuur van de model keuken in opslag bij Julia een bedrag van € 6.050,00;
- x) kosten [bedrijf F] ten bedrage van € 22.929,60.
chadepost (i)is niet aan de orde. Met betrekking tot de
schadepost onder (ii)heeft [persoon A] , hoewel door Julia bestreden, niet nader onderbouwd dat de werkzaamheden van Julia hebben geleid tot het gebruik van “extra” vuilcontainers. Deze schadepost komt reeds daarom niet voor vergoeding in aanmerking. De
schadepost onder (iii)behoeft Julia niet te vergoeden, aangezien [persoon A] niet heeft aangetoond dat causaal verband bestaat tussen de wijze waarop Julia uitvoering gaf aan haar werkzaamheden en de aanstelling van [persoon E] als uitvoerder. De
schadepost onder (iv)komt om dezelfde reden niet voor vergoeding in aanmerking.
De schadepost onder (v)is opgevoerd met de toelichting dat Julia een enorme troep in het gebouw achterliet waardoor de genoemde bedrijven moesten worden ingeschakeld om de rommel van Julia elke week op te ruimen. Julia heeft betwist dat deze bedrijven zijn ingeschakeld voor dit door [persoon A] gestelde doel. [persoon A] heeft dit verder onvoldoende onderbouwd, zodat deze schadepost niet voor toewijzing vatbaar is.
schadepost onder (vi)is hiervoor ten dele aan de orde gekomen bij de bespreking van de klachten van [persoon A] over onder andere de kwaliteit van het materiaal van de keukendeuren. [persoon A] heeft de schadepost verder toegelicht met het betoog dat de verwachting is dat de keukens een stuk minder lang meegaan dan [persoon A] bij het aangaan van de overeenkomst, zoals met Julia besproken, voor ogen had. [persoon A] denkt de keukens al medio 2021 te hebben moeten vervangen. Dit onderdeel van de vordering tot schadevergoeding is onvoldoende onderbouwd om als basis te kunnen dienen voor de toewijzing thans van de vordering tot schadevergoeding. Ten eerste is volstrekt speculatief gebleven dat alle 57 totale keukenopstellingen na drie jaar volledig zouden moeten worden vervangen. Maar ook is niet onderbouwd dat een redelijke verwachting mocht zijn dat de keukens, bij het gebruik zoals voorzien, vijftien jaar zouden meegaan. [persoon A] heeft voorgesteld een deskundige te benoemen om zich uit te laten over de mogelijke herstel/vervangingskosten van de door Julia geleverde keukens (naar de rechtbank veronderstelt in relatie tot de normaal voor dit projecten uit te trekken kosten). Wellicht kan de te benoemen deskundige die de kwaliteit van de keukendeurtjes zal beoordelen, worden gevraagd hierover te rapporteren maar vooralsnog heeft [persoon A] onvoldoende argumenten aangedragen die de rechtbank tot de conclusie voeren dat dit nodig is. In elk geval leidt een en andere niet tot een andere beslissing dan hiervoor al is bereikt.
schadepost onder (vii)komt niet voor vergoeding in aanmerking op de gronden die hiervoor zijn uiteengezet bij de bespreking van de klacht van [persoon A] over de plaats van de uitsparingen voor wandcontactdozen in de bed-achterwanden. De
schadepost onder (viii)houdt volgens [persoon A] verband met het vinden van andere timmerlieden en schilders nadat door de ontstane door Julia veroorzaakte vertraging Slowaakse werklieden waren weggelopen. Tegenover de betwisting door Julia dat genoemde werklieden zouden zijn weggelopen, heeft [persoon A] hiervan verder gen onderbouwing gegeven, zodat ook deze schadepost tevergeefs is opgevoerd. Bij
schadepost (ix)stelt [persoon A] dat Julia hem het bedrag moet vergoeden dat hij heeft betaald voor de keuken die Julia in 2017 als proefmodel heeft gemaakt. Julia voert het verweer dat de keuken (nog steeds) eigendom is van [persoon A] en dat hij deze ieder moment bij Julia kan ophalen, zodat geen grondslag bestaat voor deze schadepost. [persoon A] heeft verder niet toegelicht waarom dat anders is, zodat de rechtbank het standpunt van [persoon A] deelt. Ten slotte maakt [persoon A] aanspraak op vergoeding van een door hem aangestelde technische dienst, die zich bezig houdt met het oplossen van zaken die Julia had moeten oplossen. Deze schadepost komt echter reeds niet voor toewijzing in aanmerking omdat Julia zich op opschorting van (al) haar werkzaamheden voor [persoon A] mag beroepen, nadat laatstgenoemde in verzuim bleef met de betaling van de derde termijn.
7.080,00(4,5 puntenen × tarief € 1.770,-)