ECLI:NL:RBROT:2021:8390

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 augustus 2021
Publicatiedatum
26 augustus 2021
Zaaknummer
14-658 FT EA en 14-183 FT RK
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van herstel van beschikking in faillissementsprocedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot herstel van een beschikking in het faillissement van ZUIDDIEPJES HOLDING B.V. en DE COMBI GROEP B.V. Geïntimeerden, vertegenwoordigd door mr. J.A.M. Egberink, hebben verzocht om de beschikking van de rechter-commissaris d.d. 17 maart 2021 te herstellen. Dit verzoek was gericht op het verwijderen van bepaalde verwijzingen en zinsneden die volgens hen niet tijdens de hoorzitting waren gedeeld. De curator, mr. J.P.M. Borsboom, heeft hierop gereageerd en betoogd dat de stellingen van de geïntimeerden feitelijk onjuist zijn. De curator stelde dat de relevante informatie wel degelijk tijdens de mondelinge behandeling was besproken.

De rechter-commissaris heeft in zijn beoordeling aangegeven dat herstel op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering alleen mogelijk is bij kennelijke fouten die voor eenvoudig herstel in aanmerking komen. Hij concludeerde dat er geen reden was om de beschikking aan te passen, omdat de wet en jurisprudentie daar geen aanleiding toe gaven. Bovendien ontbrak het aan een duidelijke toelichting van de geïntimeerden om hun verzoek te onderbouwen.

De rechter-commissaris heeft uiteindelijk het verzoek tot herstel afgewezen, omdat de door de geïntimeerden voorgestelde wijzigingen niet leken te voldoen aan de criteria voor eenvoudig herstel. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de noodzaak voor partijen om tijdig in te stemmen met procedures die hun belangen raken. De beslissing werd genomen in het kader van de insolventieprocedure, waarbij de curator en de rechter-commissaris een belangrijke rol spelen in het bewaken van de rechtsgang.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
beschikking van de rechter-commissaris
Insolventienummers : [nummers]
In het faillissement van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZUIDDIEPJES HOLDING B.V.
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE COMBI GROEP B.V.
gefailleerden,
rechter-commissaris: mr. drs. J.C.A.T. Frima,
curator: mr. J.P.M. Borsboom.

1.De procedure

Mr. J.A.M. Egberink heeft bij brief van 15 juli 2021 een verzoek ex artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) ingediend.
Op 21 juli 2021heeft de rechter-commissaris de curator verzocht om op genoemd verzoek te reageren.
De curator heeft bij brief van 23 juli 2021 zijn reactie toegezonden aan de rechter-commissaris, van welke reactie mr. Egberink van de curator een kopie heeft ontvangen.

2.De standpunten van partijen

2.1
Bij brief van 15 juli 2021 heeft mr. J.A.M. Egberink, namens mrs. Taks en Graal (de advocaten van geïntimeerden in de procedure jegens de curator) (hierna: “geïntimeerden”), het verzoek gedaan om de beschikking van de rechter-commissaris d.d. 17 maart 2021 (hierna: “de Beschikking”) te herstellen in die zin dat de verwijzingen naar de naam [naam] vanaf pagina 2 van de beschikking worden verwijderd, alsook de zinsnede op pagina 2: ”Met het opstellen en afronden van het rapport door accountant [naam] zal een periode van ongeveer tien weken gemoeid zijn”.
Geïntimeerden voeren daartoe aan dat de beschikking van 17 maart 2021 informatie bevat die tijdens de hoorzitting niet is gedeeld met geïntimeerden (en waarmee zij tot de beschikking niet bekend waren), te weten:
  • dat de curator voornemens is om drs. [naam] te benoemen als deskundige;
  • dat het deskundige bericht 10 weken in beslag zal nemen;
  • dat de rechter-commissaris kennis heeft genomen van de in opdracht van de curator verstrekte second opinion van mr. Harmsen.
Geïntimeerden nemen aan dat dit informatie betreft die volgt uit voorafgaande communicatie tussen de rechter-commissaris en de curator waar geïntimeerden geen deel van uitmaakten.
2.2
De curator heeft bij brief van 23 juli 2021 bericht dat het verzoek van mr. Egberink moet worden afgewezen omdat de stellingen van mr. Egberink feitelijk onjuist zijn. Zo bericht de curator dat zowel de naam van drs. [naam] als deskundige, als de vermoedelijke doorlooptijd van 10 weken voor het verkrijgen van haar opinie tijdens de mondelinge behandeling zijn genoemd en besproken.
Verder meent de curator dat de door Mr. Egberink voorgestelde wijzigingen zich niet lenen voor eenvoudig herstel zoals bedoeld ex. art. 31 Rv, omdat:
a. herstel op de voet van art. 31 Rv. alleen mogelijk is indien er sprake is van een
kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig
herstel leent;
b. daar volgens de toelichting uitsluitend sprake van is bij zeer duidelijke
verschrijvingen of (reken)fouten waarbij voor partijen en derden direct en buiten
redelijke twijfel, duidelijk is dat er sprake is van een vergissing;
c. van een dergelijke verschrijving, fout of vergissing hier geen sprake is;
d. er door de Hoge Raad in het algemeen een beperkte uitleg wordt gegeven aan het
toepassingsbereik van art. 31 Rv;
e. de herstelmogelijkheid van art. 31 Rv zich dus niet leent voor situaties waarin een
partij het niet eens is met (en er debat is over) de beknopte weergave in de
Beschikking van hetgeen volgens de rechter(commissaris) tijdens een mondelinge
behandeling aan bod is gekomen of in dat verband door de partijen of de
rechter(commissaris) is gezegd of verklaard; en
f. zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet valt in te zien welk redelijk te
respecteren belang de geïntimeerden (bijna 4 maanden na ontvangst van de
Beschikking) hebben bij het verzoek zoals dat is gedaan.

3.De beoordeling

3.1
Op grond van artikel 31 Rv. kan een rechter op verzoek in zijn uitspraak “een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent”, verbeteren. Ik zie op grond van artikel 31 Rv. geen reden om het lichaam van de Beschikking aan te passen nu wet, toelichting en jurisprudentie daar geen aanleiding toe geven. Omdat daarnaast geen enkele toelichting ter onderbouwing van het verzoek is gegeven en de curator en de rechter-commissaris op dat punt in het ongewisse worden gelaten, valt ook niet in te zien en te beoordelen om welke andere reden(en) het verzoek - al dan niet deels - toewijsbaar zou moeten zijn.
3.2
Voorts, anders dan geïntimeerden stellen, is ter zitting de naam van drs. [naam] wel degelijk gevallen. Bovendien is juist vanwege de tijd welke naar verwachting noodzakelijk zou zijn om haar een rapport op te laten stellen, gesproken over een periode van 10 weken waartoe geïntimeerden dienden in te stemmen met een uitstel in de hoger beroep procedure, waartoe geïntimeerden niet bereid bleken omdat het niet in hun belang was. Tot slot heb ik tijdens de zitting aangegeven wat de conclusies van de second opinion van mr. Harmsen waren, waaruit toch niet anders dan kan worden opgemaakt dan dat ik haar second opinion heb gelezen.

4.De beslissing

- weigert het door geïntimeerden verzochte herstel van de beschikking d.d. 17 maart 2021.
Rotterdam, 4 augustus 2021
mr. drs. J.C.A.T. Frima,
rechter-commissaris