Op 5 augustus 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], die onder toezicht is gesteld van de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om een ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden en een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden. De kinderrechter oordeelde dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling en emotionele veiligheid van [naam kind], die lijdt aan een verstandelijke beperking (IQ 52) en gedragsproblematiek zoals ADHD en ASS. Er zijn ook meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en huiselijk geweld in de thuissituatie, wat de noodzaak voor gesloten jeugdhulp onderstreept.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat [naam kind] momenteel niet op de juiste plek verblijft binnen de gesloten jeugdhulp, maar dat er ook geen alternatieve plek beschikbaar is die aansluit bij zijn ontwikkelingsniveau. De ouders van [naam kind] zijn betrokken bij de procedure en hebben aangegeven dat zij geen bezwaar hebben tegen de ondertoezichtstelling, maar de periode van een jaar te lang vinden. De kinderrechter benadrukte het belang van samenwerking tussen de ouders en de jeugdbeschermer om de noodzakelijke hulpverlening voor [naam kind] te realiseren.
De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen, met de hoop dat de ouders en de betrokken instanties in de toekomst tot een constructieve samenwerking kunnen komen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.