Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
8 Concurrentiebeding
9..Afkopen concurrentie beding
3..Het geschil
4..De beoordeling
5..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 9 september 2021, vorderde de besloten vennootschap Dordtmij B.V. betaling van een bedrag van € 2.691,55 van Solid Engineers Projects B.V. Dordtmij stelde dat Solid Engineers tekort was geschoten in de nakoming van hun raamovereenkomst, waarin een boetebepaling was opgenomen. De kern van het geschil draaide om de uitleg van artikel 8 van de overeenkomst, dat een boete oplegde bij overtreding van het concurrentiebeding. Solid Engineers voerde aan dat deze boetebepaling in strijd was met artikel 9a van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), dat een belemmeringsverbod bevatte voor intermediairs om een werknemer te belemmeren in het aangaan van een directe arbeidsrelatie met de opdrachtgever.
De rechtbank oordeelde dat de boetebepaling in artikel 8 inderdaad in strijd was met artikel 9a lid 1 Waadi, waardoor deze nietig was. De rechtbank stelde vast dat de uitleg van Dordtmij over de boete niet strookte met de bedoeling van de wet, en dat er geen grond was voor gedeeltelijke nietigheid of conversie van de bepaling. Dordtmij had bovendien onvoldoende onderbouwd dat de gevorderde boete een redelijke vergoeding was, zoals bedoeld in artikel 9a lid 2 Waadi. De vordering van Dordtmij werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van Solid Engineers.
De uitspraak benadrukt het belang van de naleving van de wetgeving omtrent arbeidsrelaties en de beperkingen die gelden voor boetebepalingen in overeenkomsten tussen intermediairs en opdrachtgevers. De rechtbank wees erop dat de richtlijn waarop de Waadi is gebaseerd, beoogt om doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend te zijn, en dat de boetebepaling in deze zaak niet aan die eisen voldeed.