ECLI:NL:RBROT:2021:8730

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 augustus 2021
Publicatiedatum
6 september 2021
Zaaknummer
C/10/621433 / JE RK 21-1823
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van minderjarigen in een conflictueuze oudersituatie

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 2 juli 2021 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om de ondertoezichtstelling van de kinderen voor de duur van twaalf maanden. De ouders van de kinderen, die al geruime tijd in een conflictueuze situatie verkeren, zijn niet in staat om op een constructieve manier met elkaar te communiceren, wat leidt tot ernstige ontwikkelingsbedreigingen voor de kinderen. Tijdens de zitting zijn zowel de ouders als vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen lijden onder de strijd tussen de ouders en dat hulpverlening noodzakelijk is om de situatie te verbeteren. De kinderrechter heeft besloten om de kinderen onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling, met als doel de ouders te ondersteunen in hun communicatie en omgang met de kinderen. De beschikking is mondeling gegeven en uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/621433 / JE RK 21-1823
datum uitspraak: 11 augustus 2021

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige 1] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2006 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 1] ,
[naam minderjarige 2],
geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2013 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 2 juli 2021, ingekomen bij de griffie op 2 juli 2021.
Op 11 augustus 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige 1] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. P.E. Epping,
- een vertegenwoordiger van de Raad, dhr. [naam vertegenwoordiger] ,
- twee vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 1] en mw. [naam vertegenwoordigster 2] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wonen bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De ouders zijn al langdurig niet in staat met elkaar te praten en afspraken te maken. Ze wantrouwen elkaar en zijn het over en weer niet eens met de wijze waarop de andere ouder met de kinderen omgaat. De kinderen hebben hier last van en geven dat zelf ook aan. Het is belangrijk dat ouders elkaar accepteren en respecteren. Binnen het drangkader is het niet gelukt om de ouders op één lijn te krijgen.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. De kinderen zitten klem in de strijd tussen de ouders. Het contact tussen de ouders verloopt via de kinderen. Een ondertoezichtstelling is noodzakelijk om afspraken te maken tussen de ouders, onder andere over de omgang en om ervoor te zorgen dat de kinderen onbelast contact met beide ouders en elkaar kunnen hebben.
De moeder is het eens met het verzoek. De ouders zitten al jarenlang in een vicieuze cirkel, aldus de moeder. De kinderen willen wisselend wel en dan weer niet naar de vader. In het begin vinden ze het leuk, maar telkens worden zij na een paar weken uitgescholden en bedreigd door de vader waardoor ze niet meer willen gaan. Het is niet zo dat de moeder de omgang tegenhoudt. Met name [voornaam minderjarige 1] is inmiddels flink getraumatiseerd en zit met zichzelf in de knoop. De moeder wil graag hulpverlening, aangezien het haar zelf niet lukt de situatie te verbeteren.
Door en namens de vader is het volgende toegelicht. De vader is het eens met het verzoek. De vader maakt zich zorgen om de kinderen wanneer zij bij de moeder zijn. Het ging goed totdat de kinderen in december 2020 hebben aangegeven niet meer terug te willen naar de moeder omdat zij schreeuwt en psychische problemen heeft. De moeder komt afspraken niet na en hersenspoelt de kinderen. De vader wil dat de kinderen vaker bij hem zijn. De vader is het eens met de inzet van hulpverlening.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. Tussen de ouders is al jarenlang sprake van strijd. Het lukt de ouders niet om in het belang van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] te communiceren, afspraken te maken en zaken te regelen. Er is sprake van wederzijds wantrouwen. De kinderen hebben hier merkbaar last van en zitten knel. Met name [voornaam minderjarige 1] begint hier psychisch de gevolgen van te ondervinden. De ouders staan lijnrecht tegenover elkaar en leggen de schuld van de huidige (problematische) situatie bij de ander. Hulpverlening voor de ouders gezamenlijk is noodzakelijk om de ouders te leren met elkaar te communiceren over de kinderen. Het is noodzakelijk dat de ouders ieder op hun eigen wijze een veilige en stabiele ouderrol op zich nemen. Of het tot de mogelijkheden behoort dat de ouders gezamenlijk de ouderrol op zich nemen of dat een parallel ouderschap meer in het belang van de kinderen is, zal het komende jaar moeten blijken. Ook individuele hulpverlening voor de ouders en de beide kinderen is geïndiceerd om te werken aan persoonlijke problematiek. Het is van groot belang dat beide ouders openstaan voor hulpverlening, zich meewerkend opstellen en elk van hen de andere ouder in zijn/haar waarde laat. Wanneer de ouders blijven hangen in het wijzen naar de ander zonder naar hun eigen aandeel te kijken, zal de ontwikkelingsbedreiging voor de kinderen niet verminderen.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] daarom onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 11 augustus 2021 tot
11 augustus 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2021 door mr. R.H. de Vries, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 18 augustus 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.