Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
beschikking van de kinderrechter over de schriftelijke aanwijzing
[naam moeder],
[naam kind 1],
,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 augustus 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling Willicam Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (GI) en de omgangsregeling tussen de moeder en haar drie kinderen. De moeder had verzocht om de schriftelijke aanwijzing van de GI te laten vervallen en om een nieuwe omgangsregeling vast te stellen, waarbij zij haar kinderen om de week één uur begeleid zou kunnen zien. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder werd bijgestaan door haar advocaat, mr. M.J.R. Roethof, en een vertegenwoordigster van de GI aanwezig was.
De feiten van de zaak zijn als volgt: het ouderlijk gezag over de kinderen wordt uitgeoefend door de moeder. De kinderen zijn onder toezicht gesteld en er was eerder een machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De GI had een schriftelijke aanwijzing gegeven met betrekking tot de verzorging en opvoeding van de kinderen, waarin een omgangsregeling was vastgesteld. De moeder voerde aan dat de huidige regeling te beperkt was en dat dit schadelijk was voor de hechting met haar kinderen. De GI stelde echter dat de omgangsmomenten goed verliepen, maar dat de kinderen na de bezoeken vermoeid waren.
De kinderrechter heeft overwogen dat de schriftelijke aanwijzing zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de GI voldoende gronden had om de aanwijzing op te leggen. Echter, de kinderrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de omgangsmomenten van eenmaal een uur per twee weken te belastend waren voor de kinderen. Daarom heeft de kinderrechter het verzoek van de moeder om de schriftelijke aanwijzing te laten vervallen toegewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke aanwijzing is vervallen verklaard.