Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser] , t.h.o.d.n. [naam bedrijf] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 1 mei 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de brief van 26 oktober 2020 van de rechtbank waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van 22 december 2020 van de rechtbank met nadere informatie over de mondelinge behandeling;
- de bij brief van 24 december 2020 door [eiser] c.s. overgelegde productie;
- de bij brief van 12 januari 2021 door JK c.s. overgelegde productie;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 15 januari 2021, met als bijlagen de pleitnota’s van beide advocaten;
- de akte na mondelinge behandeling van JK c.s., met producties;
- de antwoordakte van [eiser] c.s.
2..De feiten
Brand is ontstaan in een Esprit 770 s/n 1020165, bouwjaar 17-09-2008.”
De brand is ontstaan in zonnecabine 10 van de zonnestudio op het risicoadres en
De brand in die zonnecabine is ontstaan in de zonnebank die zich in die zonnecabine
De zonnebank, waarin de brand is ontstaan, is van met merk Ergoline, type Esprit
Er is geen relatie en/of geen causaal verband gevonden tussen door het bedrijf
De brand in het bed van die zonnebank is ontstaan op een printplaat die zich direct
De brand op die printplaat vond haar oorsprong ter plaatse van condensatoren en
8..SLOTOPMERKINGEN
Gerät: Ergoline Esprit 770 mit der Serienummer 10200165Gänzkörperbräuner mit Herstellungsdatum 17.9.2008
3..De vorderingen en het verweer
4..De beoordeling
Rechtsmacht
Testrapporten en testinstructieshet volgende gesteld. “
Met betrekking tot alle bij akte door JK c.s. overgelegde testrapporten en keuringsstukken, geldt dat uitsluitend bijlage 8 bij productie 11 betrekking heeft op een individuele zonnebank en wel een zonnebank met serienummer 950527. Dit betreft echter niet de Zonnebank (dus de zonnebank waarin in deze zaak de brand is ontstaan), daar deze serienummer 1020165 droeg.”
5..De beslissing
6 oktober 2021voor het nemen van een “akte in het geding brengen toelichting I-Tek” door [eiser] c.s., waarna JK c.s. op de rol van vier weken later een akte na tussenvonnis kunnen nemen, en [eiser] c.s. op de rol van vier weken nadien een antwoordakte na tussenvonnis kunnen nemen, een en ander als bedoeld in r.o. 4.17,
[1582/2517]