Hij, op of omstreeks 17 april 2012 en/of 18 juli 2014 en/of 23 april 2016,
althans op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 april
2012 tot en met 23 april 2016, in de gemeente Breda, althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt althans gebruik heeft doen maken
van één of meer van de hierna te noemen vals(e) of vervalst(e) geschrift(en),
te weten:
-de (digitale) aanvraag WW-uitkering d.d. 17 april 2012 op naam van verdachte
[naam verdachte] (paginanummer 22 procesdossier) en/of;
-de aanvraag WIA-uitkering d.d. 18 juli 2014 op naam van verdachte [naam verdachte]
(paginanummer 56-63 procesdossier) en/of;
-de vragenlijst herbeoordelingen WIA ondertekend op 23 april 2016 door
verdachte [naam verdachte] (paginanummer 79-85 procesdossier),
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen, als ware(n) dat/die geschrift(en) echt en onvervalst, bestaande die
valsheid of vervalsing (telkens) -zakelijk weergegeven- hierin dat bij
(laatste) Werkgever: “[naam bedrijf 1]” is vermeld voor een
dienstverband van: “1 september 2011 tot en met 1 maart 2012”, terwijl
verdachte in werkelijkheid in die periode nooit voor [naam bedrijf 1]
heeft gewerkt,
en bestaande dat gebruik maken en/of gebruik doen maken er (telkens)
-zakelijk weergegeven- hierin dat hij, verdachte en/of (één of meer van) zijn
medeverdachte(n), toen aldaar één of meer van voornoemd(e) geschrift(en)
heeft/hebben verzonden en/of verstrekt en/of overgelegd en/of laten verzenden
en/of verstrekken en/of overleggen aan het UW ter verkrijging en/of behoud
en/of voortzetting van een WW-uitkering en/of WIA-uitkering;