ECLI:NL:RBROT:2021:8896

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 augustus 2021
Publicatiedatum
13 september 2021
Zaaknummer
C/10/621923 / JE RK 21-1909
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp op basis van niet-instemmende verklaring gedragswetenschapper

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 augustus 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had op 12 juli 2021 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie op te nemen. Dit verzoek was gebaseerd op de noodzaak van jeugdhulp en verblijf, maar werd afgewezen vanwege de niet-instemmende verklaring van de gedragswetenschapper, die op 19 augustus 2021 was afgegeven.

De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel [naam kind] als zijn moeder en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De moeder hoopte op een behandeling bij Yes We Can Clinics, terwijl [naam kind] aangaf liever thuis te willen blijven en openstond voor hulpverlening op het Ilex College. De gedragswetenschapper stelde voor om een voorwaardelijke machtiging te overwegen, afhankelijk van de uitkomst van een psychodiagnostisch onderzoek.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar de Jeugdwet, waarin staat dat een machtiging voor gesloten jeugdhulp alleen kan worden verleend als deze noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de jeugdige en als er instemming is van een gekwalificeerde gedragswetenschapper. Aangezien de gedragswetenschapper niet instemde met het verzoek, heeft de kinderrechter het verzoek afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/621923 / JE RK 21-1909
datum uitspraak: 24 augustus 2021

beschikking

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2005 te [geboorteplaats kind],

hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder], hierna te noemen de moeder,

wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 12 juli 2021, ingekomen bij de griffie op
13 juli 2021,
- de verklaring van 12 juli 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder,
- de (niet-instemmende) verklaring van 19 augustus 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 24 augustus 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- [naam kind], die tevens voorafgaand aan de zitting is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat
mr. P.A. Ellenbroek,
- de moeder,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam 1] en [naam 2].

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 11 mei 2021 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot
24 februari 2022.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De GI heeft ter zitting het volgende naar voren gebracht. De gedragswetenschapper stemt niet in met het verzoek van de GI, maar noemt wel de mogelijkheid om een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen. Hieraan kan als voorwaarde worden verbonden dat [naam kind] moet meewerken aan een psychodiagnostisch onderzoek (hierna: PO). Op basis van de uitkomst van een dergelijk onderzoek kan worden gekeken naar een passende plek voor [naam kind]. De afgelopen periode zijn verschillende pogingen gedaan om de juiste hulpverlening in te zetten.

De standpunten

Namens en door [naam kind] is, onder verwijzing naar de niet-instemmende verklaring van de gedragswetenschapper, verzocht om het verzoek van de GI af te wijzen. [naam kind] wil niet naar Yes We Can Clinics. Hij wil het liefst thuis wonen. [naam kind] kan nu terecht op het Ilex College. Daarnaast zal alvast - in afwachting van het PO - aanvullende hulpverlening moeten worden ingezet.
De moeder heeft ter zitting aangegeven dat zij nog steeds hoopt dat [naam kind] kan starten met een behandeling bij Yes We Can Clinics. Het is belangrijk dat intensieve dagbehandeling wordt ingezet die aansluit bij de problematiek van [naam kind]. De gedragswetenschapper geeft aan dat er een nieuw diagnostisch onderzoek moet komen. De moeder gaat met school bespreken of, en zo ja welke, aanvullende hulpverlening de school kan bieden aan [naam kind].

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Het verzoek behoeft ingevolge artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet de instemming van een gekwalificeerde gedragswetenschapper, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht. Nu de gedragswetenschapper niet instemt met het verzoek, zal de kinderrechter het verzoek afwijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2021 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.C. van der Knaap als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 september 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.