ECLI:NL:RBROT:2021:8897

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 augustus 2021
Publicatiedatum
13 september 2021
Zaaknummer
C/10/622192 / JE RK 21-1938
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp wegens niet-instemmende verklaring gedragswetenschapper

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 augustus 2021 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had op 15 juli 2021 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om [naam kind] voor een periode van zes maanden in een gesloten accommodatie te plaatsen. Dit verzoek was gebaseerd op systeemproblematiek en kindeigen-problematiek, waarbij de GI stelde dat een kortdurende gesloten plaatsing noodzakelijk was voordat er naar een open setting kon worden toegewerkt.

Echter, de kinderrechter merkte op dat de instemming van een gekwalificeerde gedragswetenschapper vereist was voor een dergelijke maatregel, zoals bepaald in artikel 6.1.2 van de Jeugdwet. De gedragswetenschapper had op 5 augustus 2021 een niet-instemmende verklaring afgegeven, waarin werd aangegeven dat een gesloten plaatsing op dat moment een te zware maatregel was en dat er nog mogelijkheden voor ambulante behandeling bestonden. De kinderrechter heeft de zaak ter zitting behandeld met gesloten deuren, waarbij zowel de GI als de moeder van [naam kind] en haar advocaat aanwezig waren. De tante moederszijde, die voor [naam kind] zorgt, was opgeroepen maar niet verschenen.

Na het horen van de betrokken partijen en het overwegen van de feiten, heeft de kinderrechter geconcludeerd dat het verzoek van de GI niet kon worden toegewezen. De kinderrechter heeft het verzoek tot machtiging gesloten jeugdhulp afgewezen, omdat de noodzakelijke instemming van de gedragswetenschapper ontbrak. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/622192 / JE RK 21-1938
datum uitspraak: 24 augustus 2021

beschikking

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind], geboren op [geboortedatum kind] 2004 te [geboorteplaats kind],

hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder], hierna te noemen de moeder,

wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloopHet procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 15 juli 2021, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum,
- de (niet-instemmende) verklaring van 5 augustus 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper,
- het e-mailbericht met bijlage van mr. G.E. van der Pols van 17 augustus 2021,
- het e-mailbericht van de GI van 20 augustus 2021.
Op 24 augustus 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- mr. G.J. Schipper-de Bruijn, de advocaat van [naam kind],
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. Van der Pols, voornoemd,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam 1].
Opgeroepen en niet verschenen is [naam 2], de tante moederszijde, als informant.
[naam kind] is in de gelegenheid gesteld haar mening kenbaar te maken.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind] verblijft bij de tante moederszijde.
Bij beschikking van 6 juli 2021 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot
14 juni 2022. De kinderrechter heeft bij deze beschikking ook de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een voorziening voor (netwerk)pleegzorg, te weten bij de tante moederszijde, verlengd tot 1 september 2021.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft ter zitting naar voren gebracht dat sprake is van systeemproblematiek en kindeigen-problematiek. Horizon heeft duidelijk aangegeven dat [naam kind] eerst kortdurend gesloten moet worden geplaatst, voordat kan worden toegewerkt naar een plaatsing binnen een open setting. Nu de gedragswetenschapper niet instemt met het verzoek van de GI, is er geen plan voorhanden.

De standpunten

Namens [naam kind] is, onder verwijzing naar de niet-instemmende verklaring van de gedragswetenschapper, verzocht om het verzoek van de GI af te wijzen. [naam kind] is wel degelijk intrinsiek gemotiveerd. De tante moederszijde heeft aangegeven dat zij voor [naam kind] kan blijven zorgen. Er is geen reden voor een gesloten plaatsing.
Door en namens de moeder is ter zitting naar voren gebracht dat de moeder het niet prettig vindt als [naam kind] gesloten wordt geplaatst, maar dat zij (de moeder) inziet dat een gesloten plaatsing de enige mogelijkheid is. De gedragswetenschapper noemt Fivoor of de Waag als opties, maar daarvoor gelden vanzelfsprekend wachtlijsten. De tante moederszijde geeft [naam kind] alle vrijheid. De moeder maakt zich daarom grote zorgen over [naam kind].

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Het verzoek behoeft ingevolge artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet de instemming van een gekwalificeerde gedragswetenschapper, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht. Deze instemming ontbreekt, omdat volgens de gedragswetenschapper een plaatsing binnen de gesloten setting op dit moment een te stevige maatregel is; een ambulante behandeling behoort nog tot de mogelijkheden. Nu de gedragswetenschapper niet instemt, zal de kinderrechter het verzoek van de GI afwijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 augustus 2021 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.C. van der Knaap als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 8 september 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.