ECLI:NL:RBROT:2021:8958
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk vanwege ontbreken materiële connexiteit
Op 10 september 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, dat op 16 juni 2021 de aangevraagde omgevingsvergunning voor de activiteit 'Bouwen' op een specifieke locatie in Rotterdam had geweigerd. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij niet handhavend zou worden tegengehouden in zijn bouwplannen totdat het bestreden besluit onherroepelijk was.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld en vastgesteld dat verzoeker niet voldeed aan de vereisten van materiële connexiteit. Dit houdt in dat het verzoek om voorlopige voorziening niet alleen formeel moest aansluiten bij het bestreden besluit, maar ook inhoudelijk. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek niet betrekking had op de inhoud van het bestreden besluit, dat de omgevingsvergunning weigerde, en dat verzoeker met zijn verzoek een andere uitkomst nastreefde dan wat in het bestreden besluit was besloten.
Uiteindelijk verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat het niet voldeed aan de vereisten van connexiteit. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.