ECLI:NL:RBROT:2021:9025

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 augustus 2021
Publicatiedatum
17 september 2021
Zaaknummer
9223611_KTN-17092021
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en rechtsgeldige schuldoverneming in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht, vorderde Rijnland Gerechtsdeurwaarders & Incasso B.V. betaling van openstaande facturen van Realestate B.V. De zaak betreft een rechtsgeldige schuldoverneming die zou zijn ontstaan uit een koopovereenkomst tussen de eigenaar van een woning en Realestate, waarbij Rijnland stelt dat zij incasso- en juridische werkzaamheden heeft verricht voor de eigenaar. De procedure begon met een dagvaarding op 7 mei 2021, gevolgd door een tussenvonnis op 3 juni 2021 en een mondelinge behandeling op 2 juli 2021. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Rijnland niet kon worden toegewezen omdat er geen rechtsgeldige schuldoverneming had plaatsgevonden. Dit was het gevolg van het feit dat Rijnland niet op de hoogte was gesteld van de schuldoverneming door Realestate, wat noodzakelijk is voor de werking van de schuldoverneming. De kantonrechter wees de vordering af en veroordeelde Rijnland in de proceskosten, die aan de zijde van Realestate op nihil werden vastgesteld. Het vonnis werd uitgesproken op 5 augustus 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9223611 CV EXPL 21-2173
uitspraak: 5 augustus 2021
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Rijnland Gerechtsdeurwaarders & Incasso B.V.,
gevestigd te Spijkenisse, gemeente Nissewaard,
eiseres,
gemachtigde: [naam 1] (bij eiseres in dienst),
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
2B Realestate B.V.,
gevestigd te Alblasserdam,
gedaagde,
die procedeert bij [naam 2] (directeur).
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Rijnland’ en ‘Realestate’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 7 mei 2021, met producties;
de conclusie van antwoord;
het tussenvonnis van 3 juni 2021 waarin een mondelinge behandeling via een beeld- en geluidverbinding met het programma Skype voor bedrijven is bepaald;
de aantekening dat de mondelinge behandeling via een beeld- en geluidverbinding met het programma Skype voor bedrijven heeft plaatsgevonden op 2 juli 2021.
Het vonnis is bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet weersproken, staat het volgende tussen partijen vast.
2.2
[naam 3] (hierna: [naam 3]) was eigenaar van de woning aan de [adres 1]. [naam 3] heeft de woning verhuurd aan [naam 4] (hierna: [naam 4]).
2.3
Rijnland heeft op verzoek van [naam 3] in de periode 2017 tot en met 2020 incasso- en juridische werkzaamheden verricht. De werkzaamheden hadden betrekking op huurder [naam 4].
2.4
Tussen [naam 3] en Realestate is begin oktober 2020 een koopovereenkomst getekend voor – kort gezegd – de woningen aan de [adres 1] en [adres 2]. In de koopovereenkomst staat onder meer:
Artikel 26: Nadere afspraken[…]b. Het is koper bekend dat het pand wordt verkocht met een huurder, [naam 4], welke een huurcontract heeft voor onbepaalde tijd. Koper neem alle rechten en verplichtingen over inzake de lopende dossiers tegen [naam 4] bij Rijnland Gerechtsdeurwaarders & Incasso.”
2.5
Rijnland heeft aan Realestate op 8 januari 2021 twee facturen van € 1.518,75 inclusief btw en € 864,20 inclusief btw gestuurd voor tot en met 31 december 2018 respectievelijk 30 juni 2020 verrichte werkzaamheden. Deze zijn door Realestate onbetaald gelaten.

3..Het geschil

3.1
Rijnland vordert – na ter zitting haar vordering met de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten te hebben verminderd – dat Realestate bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan Rijnland van een bedrag van € 2.382,95, te vermeerderen met de (reguliere) wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 mei 2021 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van Realestate in de proceskosten.
3.2
Rijnland stelt daartoe dat zij in opdracht van [naam 3] incasso- en juridische werkzaamheden heeft verricht die betrekking hadden op huurder [naam 4]. Rijnland legt nakoming van de betalingsverplichting die uit deze overeenkomst van opdracht voortvloeit aan haar vordering ten grondslag. [naam 3] heeft de woning aan Realestate verkocht, waarbij Realestate de verplichtingen van [naam 3] jegens Rijnland heeft overgenomen.
3.3
Realestate heeft tot afwijzing van de vordering geconcludeerd. Zij heeft geen gebruik gemaakt van de diensten van Rijnland noch opdracht gegeven tot het uitvoeren van werkzaamheden. Verder heeft zij enkel de rechten en verplichtingen jegens huurder [naam 4] overgenomen. Zij betwist dat zij op de hoogte was van openstaande facturen van Rijnland.

4..De beoordeling

4.1
De kantonrechter begrijpt de vordering van Rijnland aldus dat zij zich beroept op schuldoverneming als bedoeld in artikel 6:155 BW. De vraag die dan ook centraal staat is of er sprake is van rechtsgeldige schuldoverneming.
4.2
Een schuldoverneming is pas voltooid – in de zin dat zij de schuld met werking jegens de schuldeiser op de overnemer doet overgaan – nadat de schuldenaar ([naam 3]) en de overnemer (Realestate) samen de schuldeiser (Rijnland) van de overeenkomst van schuldoverneming kennis hebben gegeven en de schuldeiser (daarna) zijn toestemming heeft verleend. Het vereiste van gezamenlijke kennisgeving moet voorkomen dat een schuldeiser die van een overeenkomst van schuldoverneming tussen zijn schuldenaar en een derde op enigerlei wijze kennis heeft gekregen, zelf het tijdstip zou kunnen bepalen waarop de schuld overgaat.
4.3
Ter zitting heeft Rijnland desgevraagd verklaard dat zij via slechts één van de partijen ([naam 3]) de koopovereenkomst met daarin de in artikel 26 onder b opgenomen overeenkomst van schuldoverneming (welk artikel overigens voor verschillende uitleg vatbaar is) toegezonden heeft gekregen en dat zij niet (ook) door Realestate op de hoogte is gebracht van de schuldoverneming. Nu een kennisgeving van alleen de schuldenaar geen betekenis heeft, heeft de schuldoverneming geen werking gekregen jegens Rijnland als schuldeiser. Derhalve kan Rijnland haar vordering niet geldend maken tegenover Realestate. Dat Rijnland toestemming heeft gegeven voor de schuldoverneming maakt het voorgaande niet anders, want toestemming zonder (voorafgaande) gezamenlijke kennisgeving doet de schuld niet overgaan.
4.4
De vordering van Rijnland met in het verlengde daarvan de gevorderde wettelijke rente zal gelet op al het voorgaande worden afgewezen. Rijnland zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze zullen aan de zijde van Realestate worden vastgesteld op nihil, nu zij de procesvoering in eigen hand heeft gehouden.

5..De beslissing

De kantonrechter
:
wijst de vordering af;
veroordeelt Rijnland in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Realestate vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
35789