Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..Het geschil
3..De beoordeling
4..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft VGZ Zorgverzekeraar N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeert, met betrekking tot onbetaalde zorgkosten. De vordering betreft een bedrag van € 500,- aan hoofdsom, te vermeerderen met wettelijke rente, voortvloeiend uit een zorgverzekeringsovereenkomst. De gedaagde heeft niet voldaan aan zijn verplichtingen met betrekking tot het eigen risico voor zorgkosten in 2014, en heeft slechts een deel van het verschuldigde bedrag betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in verzuim is geraakt en dat de vordering niet is verjaard, aangezien VGZ tijdig heeft gedagvaard. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde het verplicht en vrijwillig eigen risico van in totaal € 760,- aan VGZ moet betalen, met inachtneming van een reeds gedane betaling van € 80,-. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken door de kantonrechter op 22 januari 2021 en is uitvoerbaar bij voorraad.