ECLI:NL:RBROT:2021:9164

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 september 2021
Publicatiedatum
23 september 2021
Zaaknummer
C/10/623910 / JE RK 21-2223
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van vier kinderen in het kader van echtscheidingsproblematiek en opvoedingsomstandigheden

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 september 2021 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van vier kinderen, [naam kind 1], [naam kind 2], [naam kind 3] en [naam kind 4]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 13 augustus 2021 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling, omdat de kinderen opgroeien in een onvoorspelbare en spanningsvolle opvoedingsomgeving. De ouders hebben moeite om de behoeften van de kinderen te vervullen, mede door persoonlijke problematiek en echtscheidingsproblematiek. De vrijwillige hulpverlening heeft niet het gewenste resultaat opgeleverd, waardoor de Raad van mening is dat een onafhankelijke jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ouders te begeleiden en de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen.

Tijdens de zitting op 7 september 2021 zijn de moeder en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West gehoord. De vader was niet verschenen. De moeder steunt het verzoek van de Raad en benadrukt het belang van een goede samenwerking tussen de ouders voor het welzijn van de kinderen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd en dat er onvoldoende veiligheid en structuur in hun opvoedingsomgeving is.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling zijn vervuld, zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderen zijn onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West voor de duur van twaalf maanden, met ingang van 7 september 2021. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 23 september 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/623910 / JE RK 21-2223
datum uitspraak: 7 september 2021

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind 1],

geboren op [geboortedatum kind 1] 2005 te [geboorteplaats kind 1], hierna te noemen [naam kind 1],

[naam kind 2],

geboren op [geboortedatum kind 2] 2007 te [geboorteplaats kind 2], hierna te noemen [naam kind 2],

[naam kind 3],

geboren op [geboortedatum kind 3] 2011 te [geboorteplaats kind 3], hierna te noemen [naam kind 3],

[naam kind 4],

geboren op [geboortedatum kind 4] 2020 te [geboorteplaats kind 4], hierna te noemen [naam kind 4].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 13 augustus 2021, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum.
Op 7 september 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 1],
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, hierna te noemen de GI, [naam 2].
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.
[naam kind 1] en [naam kind 2] zijn in de gelegenheid gesteld om hun mening kenbaar te maken.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2] wordt uitgeoefend door de ouders. Het ouderlijk gezag over [naam kind 3] en [naam kind 4] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind 1], [naam kind 2], [naam kind 3] en [naam kind 4] wonen bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft een ondertoezichtstelling van [naam kind 1], [naam kind 2], [naam kind 3] en [naam kind 4] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De kinderen groeien op in een opvoedsituatie die onvoldoende tegemoet komt aan hun behoeften en belangen. De kinderen verkeren in een onvoorspelbare en spanningsvolle opvoedingsomgeving, doordat de ouders moeite hebben om door zowel persoonlijke problematiek als de echtscheidingsproblematiek bij de kinderen aan te sluiten. Dit zorgt voor emotionele onveiligheid en een ontwikkelingsbedreiging voor alle kinderen. De vrijwillige hulpverlening heeft tot onvoldoende resultaat geleid. Het is belangrijk dat een onafhankelijke derde in de vorm van een jeugdbeschermer de regie neemt en samen met de ouders zal bekijken hoe in het belang van de kinderen het gezamenlijk ouderschap dient te worden vormgegeven.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. Het is belangrijk dat er iets verandert voor de kinderen.
De moeder is het eens met het verzoek. De kinderen horen niets mee te krijgen van de strijd tussen de ouders. De ouders horen wat de kinderen betreft op één lijn te zitten en moeten de kinderen samen groot brengen. Nu de vader niet meer bij de moeder en de kinderen in huis woont, is er meer rust ontstaan voor de kinderen. De moeder ervaart de nieuwe partner van de vader als iets positiefs en vindt het belangrijk dat de kinderen contact hebben met hun vader.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind 1], [naam kind 2], [naam kind 3] en [naam kind 4] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. Er is sprake van forse echtscheidingsproblematiek tussen de ouders. Daarnaast is er bij de ouders sprake van persoonlijke problematiek. [naam kind 1], [naam kind 2], [naam kind 3] en [naam kind 4] groeien op in een opvoedingsomgeving waarin er onvoldoende veiligheid, structuur en duidelijkheid is. Het contact tussen de vader en de kinderen verloopt moeizaam. De inzet van diverse vormen van vrijwillige hulpverlening heeft niet tot een verbetering van de situatie geleid. De kinderrechter is daarom van oordeel dat de inzet van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ouders te begeleiden in de onderlinge communicatie, de benodigde hulpverlening voor het gezin in te zetten en de ontwikkeling van de kinderen te volgen.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal [naam kind 1], [naam kind 2], [naam kind 3] en [naam kind 4] daarom
onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind 1], [naam kind 2], [naam kind 3] en [naam kind 4] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, gevestigd te Dordrecht, met ingang van 7 september 2021 tot 7 september 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C.M. Persoon, kinderrechter, in tegenwoordigheid van I.E. Teunissen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 7 september 2021.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 september 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.