Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De zaak in het kort
De rechtbank komt tot het oordeel dat de verzekeraar zich terecht op verzwijging als bedoeld in artikel 7:930 van het Burgerlijk Wetboek (BW) beroept. De rechtbank wijst de vorderingen af.
2..De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 t/m 25;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 8;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
3..De feiten
Polisblad Brand Bedrijfsschademet daarop vermeld als reden voor afgifte ‘nieuwe verzekering [nummer 1]’. Deze verzekering zal hierna ‘polis -[nummer 1]’ worden genoemd.
Polisblad Brand Bedrijfsmiddelen Goederen Inventaris, met daarop de vermelding:
4..De vordering
primairAchmea zal veroordelen om uit hoofde van polissen -[nummer 2] en -[nummer 3] aan IJssel Investments te betalen € 2.440.000,--;
5..Het verweer
6..De beoordeling
Algemeen
Brand Bedrijfsschade,polis -[nummer 1], en onder de polis
Brand Bedrijfsmiddelen Goederen Inventaris, waarop polissen -[nummer 2] en -[nummer 3] zien. De rechtbank overweegt daarover het volgende.
Op 26 maart 2016 was er een vechtpartij en rumoerig gedrag buiten de discotheek. Daarnaast is die avond geluidsoverlast vanuit de discotheek gemeten, en was er geluidsoverlast van auto’s en schreeuwende mensen bij de uitloop van de discotheek. Op 9 april 2016, zo gaat de brief verder, hebben in grote chaos en een grimmige sfeer meerdere vechtpartijen plaatsgevonden bij de discotheek, waarbij opnieuw een politielinie, tien politie- eenheden en de wapenstok zijn ingezet. Het bleef vervolgens nog lang onrustig, die nacht, in de omgeving van de discotheek. Opnieuw waren er klachten van omwonenden over auto’s, muziek, schreeuwende mensen en glas op de grond, iets wat zich bij de vorige exploitant van de discotheek niet voordeed, aldus dit relaas. Een en ander was voor de burgemeester aanleiding voor het in die brief meegedeelde voornemen de discotheek voor zes maanden te sluiten.
- griffierecht € 4.030,00
- salaris advocaat