In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling door verzoekster, die te maken heeft met een aanzienlijke schuldenlast van € 72.472,92. Verzoekster heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij zij 4,42% aan de preferente schuldeisers en 2,21% aan de concurrente schuldeisers heeft aangeboden. Dertig van de vierendertig schuldeisers hebben ingestemd met deze regeling, maar de gemeente Rotterdam, de Kikkersprong, Vegro en Elbuco hebben geweigerd in te stemmen. De gemeente Rotterdam heeft aangevoerd dat zij niet kan meewerken aan de schuldregeling op grond van artikel 60c van de Participatiewet, omdat verzoekster haar inlichtingenplicht niet volledig is nagekomen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de belangen van verzoekster en de meerderheid van de schuldeisers zwaarder wegen dan de belangen van de schuldeisers die hebben geweigerd in te stemmen. De rechtbank heeft de gemeente Rotterdam en de andere schuldeisers bevolen in te stemmen met de aangeboden schuldregeling, en hen veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op nihil. Het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat de aangeboden regeling een gunstiger resultaat zal opleveren voor de schuldeisers dan de toepassing van de schuldsaneringsregeling.